WAARSCHUWINGEN:
De Lacanche gasfornuizen zijn ontworpen om te worden aangesloten op een aardgasvoorziening
(van een distributienet) of vloeibaar gas (LPG: LPG fles Propaan / butaan).
Zij moeten aangesloten worden volgens de regels en de geldende normen van het land van de
installatie door gekwalificeerde personen (professionele gas technici, loodgieters).
Onze gasaansluiting op onze producten zijn in overeenstemming met de ISO EN 228-1 norm.
(schroefdraad buitendraad recht).Voor landen waar de EN ISO 10226-1 norm geld (schroefdraad
buitendraad conisch), wordt er een overgang fitting meegeleverd met het toestel (zie tabel 13 in de
technische appendix).
VOORZORGSMAATREGELEN VÓÓR AANSLUITING:
Om de juiste voeding van het apparaat en de veilige werking ervan te garanderen, is het noodzakelijk
om het volgende te controleren:
VERENIGBAARHEID MET DE BESCHIKBARE GASTOEVOER:
•
Voor het aansluiten, controleer of de druk van het gasleidingsnet overeenkomt met de gasdruk
waarvoor het toestel is ingesteld. Deze informatie kan u terugvinden op het constructieplaatje op
de zijkant als men de lade uitneemt (meestal links).
Wanneer het voedingsgas van de installatie niet compatibel is met het gas waarvoor uw toestel
ingesteld is, is het noodzakelijk om de injectoren en bepaalde instellingen te wijzigen. Instructies zijn
opgenomen in hoofdstuk «overschakelen op ander gassoort» van deze handleiding.
LEIDING:
•
Het apparaat van de gastoevoer moet worden gewaarborgd door een vaste of flexibele buisvormige
leiding met een doorsnede voldoende om langdurig gebruik en een voeding evenredig aan de
kracht van het apparaat mogelijk te maken. Dit moet worden gevalideerd door een professionele
verbindingen technicus gas.
•
De leidingen moeten volledig schoon zijn om verstopping van de sproeiers te voorkomen en
storingen in de magnetische koppen te vermijden.
ELEKTRISCHE VOEDING :
•
De elektrische ontsteking van de branders werken als het apparaat wordt geleverd met
elektriciteit. Controleer of de elektrische aansluiting uitgevoerd is of uitgevoerd kan worden. (zie
«Elektrische aansluiting»)
VENTILATIE:
•
De conformiteit van de verse luchtstroom moet
gecontroleerd worden. De luchttoevoer moet voldoende
zijn om een goede verbranding te garanderen.
FEEDER / AFSLUITKLEP:
•
Een goed toegankelijke gaskraan moet in de nabijheid
gemonteerd worden om het toestel te isoleren of het
uitschakelen van de voeding te vergemakkelijken.
GASAANSLUITING
9
INSTALLATIEHANDLEIDING