Binnen de garantieperiode mogen service- en repa-
ratiewerkzaamheden alleen worden uitgevoerd door
personeel dat door de fabrikant is geautoriseerd.
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
Aanwezige aardingsverbindingen binnen behuizingen
of op montageplaten mogen niet gewijzigd worden. In-
dien dit desondanks nodig is bij reparatie- of montage-
werkzaamheden:
► Breng de aardaansluitingen na voltooiing van de
werkzaamheden weer in de originele toestand.
LET OP
Bij gebruik van het apparaat in 3~230V-netwer-
ken dient er rekening mee te worden gehouden
dat de gebruikte aardlekschakelaars vor alle
soorten stromen gevoelig moeten zijn.
WAARSCHUWING
Neem de veiligheidsstickers aan en in het
apparaat in acht.
WAARSCHUWING
Het apparaat bevat koelmiddel!
Indien er koelmiddel door een lek ont-
snapt, kan dit persoonlijk letsel en milieus-
chade veroorzaken. Daarom:
● Installatie uitschakelen.
● Opstellingsruimte goed ventileren.
● De door de fabrikant geautoriseerde klan-
tenservice op de hoogte stellen.
LET OP
Om veiligheidstechnische redenen geldt:
koppel dit apparaat nooit van het stroomnet
los, behalve als het moet worden geopend.
LET OP
De warmtepomp uitsluitend binnen opstellen
en alleen met buitenlucht als warmtebron ge-
bruiken. De luchtkanalen moeten in de bui-
tenlucht uitmonden. Ze mogen niet versmald
of geblokkeerd worden.
"Maatschetsen", vanaf pagina 31, en "Opstel-
lingsschema's", vanaf pagina 35,
zonderlijke toesteltype
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054400fNL | ait-deutschland GmbH
Buitenbedrijfstelling / legen van verwarming
Als het systeem/de warmtepomp buiten bedrijf wordt
gesteld of wordt geleegd nadat dit/deze al was ge-
vuld, moet ervoor worden gezorgd dat de condensor
en eventueel aanwezige warmtewisselaars in het ge-
val van vorst volledig zijn geleegd. Restwater in warm-
tewisselaars en condensor kan schade aan de com-
ponenten tot gevolg hebben.
1.
Leeg het systeem en de condensor volledig, open
de ontluchtingsventielen.
2.
Blaas indien nodig uit met perslucht.
voor het af-
WAARSCHUWING
Schakel het apparaat pas in, als de lucht-
kanalen gemonteerd zijn.
Tref aan de ventilatorkant maatregelen om
letsel door de roterende ventilator te voor-
komen (bovenaardse luchtkanaaluitgang:
beschermrooster tegen weersinvloeden;
indien
luchtkanaaluitgang
ijzergaas; beide producten zijn niet in de
leveringsomvang inbegrepen).
LET OP
Het is niet toegestaan om de warmtepomp
in een ventilatiesysteem te integreren. Het
is niet toegestaan om de afgekoelde lucht te
gebruiken om te koelen.
LET OP
De omgevingslucht op de plaats waar de
warmtepomp is opgesteld en de lucht die als
warmtebron wordt aangezogen, mogen abso-
luut geen corrosieve bestanddelen bevatten!
Bestanddelen
zoals
ammoniak,
chloor, zout, rioolgassen, rookgassen enz.
kunnen schade aan de warmtepomp veroor-
zaken, die zelfs tot een complete uitval of to-
tal loss van de warmtepomp kan leiden!
VOORZICHTIG
In de luchtuitlaatzone is de luchttempera-
tuur ca. 5 K lager dan de omgevingstem-
peratuur. Onder bepaalde klimatologische
omstandigheden kan daardoor in de lucht-
uitlaatzone een ijslaag ontstaan.
De warmtepomp zo opstellen, dat de lucht
niet wordt uitgeblazen op een weg waar ge-
lopen wordt.
onderaards:
zwavel,
5