23 Elektrische installatie
Bij alle werkzaamheden geldt:
GEVAAR
Levensgevaar door elektrische stroom!
De elektrische installatie mag enkel door
gekwalificeerde elektromonteurs worden
uitgevoerd.
Schakel de installatie spanningsvrij en be-
veilig deze tegen inschakelen, alvorens u
het apparaat opent!
GEVAAR
Volg de geldige EN-, VDE- en/of lokale vei-
ligheidsvoorschriften op bij de installa-
tie en uitvoering van werkzaamheden aan
elektrische aansluitingen.
Houd rekening met de technische eisen
van de energiebedrijven ter plekke (indien
van toepassing)!
AANWIJZING
Alle kabels die onder spanning staan, moe-
ten worden gestript, voor ze in het kabelka-
naal van de schakelkast worden gelegd!
Vermogensaansluiting
1.
Als het apparaat gesloten is, de onderste afdek-
platen aan de bedieningszijde openen.
"Het apparaat optillen met behulp van buizen", pa-
gina 10, punt 1
2.
De elektrische schakelkast van het apparaat ope-
nen.
Voorbeeld van een geopende
elektrische schakelkast
18
3.
De 230 V-stroomkabel, de stroomkabel voor cir-
culatiepompen en de kabel voor de buitentempe-
ratuursensor door de rubberen doorvoerbuisjes
aan de afdekplaat in het apparaat steken.
3.1. De rubberen doorvoerbuisjes aan de afdekplaat
uitsnijden.
Plaats van de rubberen doorvoerbuisjes voor de
kabels: "Maatschetsen", vanaf pagina 31, voor
het betreffende apparaattype
3.2. De leidingen door de rubberen doorvoerbuisjes in
het apparaat schuiven.
Op deze manier worden de leidingen binnen in
het apparaat via een gesloten kabelkanaal naar
de klemmen van het schakelbord geleid.
4.
Voer de elektrische aansluiting uit volgens het aan-
sluitschema van het betreffende apparaattype.
"Aansluitschema", pagina 47
LET OP
Controleer dat de voeding van de compres-
sor goed is aangesloten, rechts draaiveld!
● Als de compressor in de verkeerde richting
draait, kan er zware, onherstelbare schade
aan de compressor ontstaan.
LET OP
De stroomvoorziening van de warmtepomp
moet uitgerust zijn met een vermogensscha-
kelaar volgens IEC 60947-2 die op alle polen
is aangesloten en een afstand van ten minste
3 mm tussen de contacten heeft.
Een aardlekschakelaar type A volstaat.
"Technische gegevens / leveringsomvang", vanaf
pagina 26, hoofdstuk 'Elektrische installatie'.
LET OP
Bij gebruik van het apparaat in 3~230V-net-
werken dient er rekening mee te worden ge-
houden dat de gebruikte aardlekschakelaars
vor alle soorten stromen gevoelig moeten zijn.
AANWIJZING
Bij apparaten met een geïntegreerd elektrisch
verwarmingselement is het verwarmingsele-
ment standaard op 6 kW (9 kW) aangesloten.
Het kan desgewenst aan relais Q5 (Q6) op
2 kW (3 kW) resp. 4 kW (6 kW) worden aan-
gesloten.
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054400fNL | ait-deutschland GmbH