Contactschakelaar
De contactschakelaar (Figuur 4) heeft drie standen: Uit,
Aan/Voorgloeien en Start.
Aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar (Figuur 4) heeft twee standen:
AAN (inschakelen,) NEUTRAAL en UIT (uitschakelen).
Trek de aftakasschakelaar voorzichtig omhoog en zet
deze naar voren op AAN om het werktuig of de messen
van het maaidek te starten. Zet de schakelaar voorzichtig
naar achteren op UIT om de aftakas uit te schakelen.
Belangrijk: U moet de middelste hefhendel
eventjes in de lage stand duwen zodat de
aftakasschakelaar het aftakascircuit kan activeren.
Schakelaar van stromingsverdeler
(optioneel)
Als machine wordt gebruikt op (lage) maaisnelheid),
moet u de schakelaar van de stromingsverdeler
(Figuur 4) ingedrukt houden om de prestaties van
de tractieaandrijving te verbeteren in moeilijke
omstandigheden.
Hi–Lo-toerenregelaar
Met deze schakelaar (Figuur 4) kunt het toerentalbereik
vergroten voor het transport van de machine.
1. Hefhendel
2. Contactschakelaar
3. Aftakasschakelaar
4. Hi–Lo-toerenregelaar
5. Schakelaar van
stromingsverdeler
(optioneel)
6. Cruise control (optioneel) 14. Aansluitpunt
7. Knop om alarm uit te
schakelen
8. Ventilatorschakelaar
Figuur 4
9. Akoestisch
waarschuwingssignaal
10. Temperatuurnulstelknop
11. Urenteller
12. Brandstofmeter
13. Gashendel
15. Servicevergrendeling van
frontmaaidek
Cruise control (optioneel)
Met de cruise control (Figuur 4) regelt u de snelheid van
de machine.
Brandstofmeter
De brandstofmeter (Figuur 4) geeft aan hoeveel
brandstof er in de tank zit.
Urenteller
De urenteller (Figuur 4) geeft aan hoeveel uren de
machine in totaal in bedrijf is geweest.
Temperatuurnulstelknop
Houd de nulstelknop (Figuur 4) ingedrukt om de
motor te starten nadat deze is afgeslagen wegens een
hoge temperatuur. Gebruik deze knop uitsluitend in
noodgevallen.
Akoestisch waarschuwingssignaal
Dit signaal (Figuur 4) treedt in werking als
het waarschuwingslampje voor te lage oliedruk
of het waarschuwingslampje voor te hoge
koelvloeistoftemperatuur gaat branden.
Knop om alarm uit te schakelen
Met deze knop (Figuur 4) schakelt u het akoestische
waarschuwingssignaal uit.
Gashendel
Zet de hendel (Figuur 4) naar voren om de motorsnelheid
te verhogen en naar achteren om de snelheid te verlagen.
Aansluitpunt
Het aansluitpunt (Figuur 4) dient voor de aansluiting
van optionele elektrische accessoires.
Motorkoelventilatieschakelaar
De machine is voorzien van een hydraulisch aangedreven
auto-reverse koelventilator. De ventilatorschakelaar
(Figuur 4) heeft drie standen: R (handmatig achteruit),
Auto (normaal) en F (alleen vooruit). Zie Werking van
de Motorkoelventilator in het hoofdstuk Bediening van
de handleiding
18