1. Selecteer Printerinstelling (Print Setup) of Afdrukken (Print) in
het menu Bestand (File) van uw toepassing. Het dialoogvenster
Afdrukken (Print) of Printerinstelling (Print Setup) verschijnt.
2. Controleer of uw printer is geselecteerd. Klik met de
rechtermuisknop op het pictogram van uw printer en selecteer
Voorkeursinstellingen voor afdrukken (Printing Preferences)
(Windows XP of 2000) of klik op Printer, Instellingen (Setup),
Eigenschappen (Properties) of Opties (Options) (Windows
NT 4.0). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze
knoppen moet klikken.) Het dialoogvenster Eigenschappen van
document (Document Properties) verschijnt, met daarin de
tabbladen Layout en Paper/Quality (Windows XP of 2000) of de
tabbladen Page Setup en Advanced (Windows NT 4.0). De
tabbladen bevatten de instellingen voor de printerdriver.
Printersoftware
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
29