Losse vellen doorslagpapier laadt u in de printer met behulp van
de papiergeleider. Zie "Losse vellen laden" op pagina 12 voor
instructies. U kunt kettingdoorslagpapier op dezelfde manier in
de printer laden als gewoon kettingpapier. Zie "Kettingpapier
laden" op pagina 5 voor instructies.
Let op:
c
Wanneer u afdrukt op doorslagpapier, moet u ervoor zorgen dat
uw software zo is ingesteld dat uitsluitend wordt afgedrukt
binnen het afdrukgebied van het papier. Wanneer wordt
afgedrukt op de rand van doorslagpapier, kan de printkop
beschadigd raken. Zie "Afdrukgebied" op pagina 143 voor meer
informatie over het afdrukgebied.
Etiketten
U kunt twee soorten etiketten gebruiken: etiketten op losse vellen
en etiketten op kettingpapier. Gebruik geen losse vellen etiketten
op een glanzend rugvel. Dergelijk papier heeft de neiging te gaan
glijden, waardoor de invoer ervan niet altijd goed gaat.
Voer de onderstaande stappen uit om etiketten in de printer te laden:
Let op:
c
Gebruik etiketten alleen in normale gebruiksomstandigheden.
Etiketten zijn namelijk erg gevoelig voor temperatuur en
luchtvochtigheid.
1. Controleer het volgende:
❏ De software moet zo zijn ingesteld dat alleen binnen het
afdrukgebied wordt afgedrukt. Zie "Afdrukgebied" op
pagina 143 voor meer informatie over het afdrukgebied.
Let op:
c
Wanneer wordt afgedrukt op de rand van een etiket, kan de
printkop beschadigd raken.
❏ De automatische afscheurfunctie moet zijn uitgeschakeld
in de standaardinstellingen van de printer.
2. Laad de etiketten in de printer zoals beschreven in "Losse
vellen laden" op pagina 12 of "Kettingpapier laden" op
pagina 5.
Papier gebruiken
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
15