3-4. De schouderband aanbrengen, een locatie bepalen en de voeding aansluiten
Vereisten voor
de afstand van
de luchtstroom
460 mm
1
Voorpaneel
3-5.
Keuze van de verlengkabel (zo kort mogelijk kiezen)
Eenfase AC
Eenfase AC
ingangsspanning
ingangsspanning
115
230
* Kabelsectie is gebaseerd op een spanningsval van maximaal 3%
OM-2246 Pagina 8
Y Verplaats het apparaat niet naar en gebruik
het niet op plaatsen waar het kan omvallen.
460 mm
2
Naar achterpaneel
4 [21.2]
6 [13.3]
Maximaal toegestane kabellengte in ft (m)
160 (49)
107 (33)
471 (144)
321 (98)
4
3
2
Kabelsectie − AWG [mm
]*
8 [8.4]
71 (22)
215 (66)
1
Schouderband voor
lasstroombron
Til het systeem op met behulp
van de band.
2
Technische gegevens
Het label bevindt zich op de
onderzijde van het apparaat.
Gebruik het identificatielabel om
het benodigde invoervermogen
te bepalen.
3
Voedingskabel voor de
ingaande stroom
4
Geaarde contrastekker, 115
of 230 V/AC
.
Het Auto-Line-circuit in dit
apparaat
verbindt
voedingsbron automatisch
met de gebruikte primaire
spanning: 115 of 230 V/AC.
Het wordt aanbevolen om een
afzonderlijk
aftakcircuit
gebruiken dat 30A aankan en is
beschermd met zekeringen of
een automatische zekering. De
aanbevolen sterkte
van
zekering of de automatische
zekering is 30 ampère.
Y Het
apparaat
wordt
geleverd met een 115 V/AC
stekker
(CE-modellen
worden geleverd zonder
stekker voor de strooms-
noer). Als u het apparaat
gebruikt met 230 V/AC, laat
een vakman er dan de
juiste stekker op zetten die
aan
alle
toepasselijke
normen
voldoet
installeer
de
stekker
conform de aanwijzingen
van de fabrikant.
Sluit
de
stekker
van
voedingskabel aan op een goed
stopcontact.
Y Mogelijk is een speciale
installatie nodig, wanneer
er benzine of vluchtige
vloeistoffen aanwezig zijn
− zie NEC artikel 511 of
CEC Hoofdstuk 20.
Ref. 803 351-C / 212 874-C
10 [5.3]
12 [3.3]
47 (14)
29 (9)
146 (45)
90 (27)
de
te
de
en
de