11
a
(
).
fstellen van snelheId
nokkenschIjven voor hoge en lage snelheId
Voorafgaand aan het afstellen, moet de kuip in de bovenste positie staan en moet het veiligheidsrek worden
gesloten
Schakel de stroom naar de menger met behulp van de noodstop uit. Verwijder de kap van de menger.
Demonteer de as voor de snelheidsregeling. De arm (B) wordt van de as van de servomotor losgehaald door de split-
pen (C) en de pen (D) te verwijderen. De arm (B) mag niet van de as (E) worden losgehaald.
Draai de schroef (F) los en haal de snelheidsindicator (G) eruit.
Draai de schroef in de klem van de snelheidsindicator (H) los en verwijder de schijf met pijl (I).
Plaats de hendel van handmatige snelheidsselector (J) zo in de as (E) dat deze naar boven en naar voren wijst.
Geef de noodstop vrij en start de menger.
Draai de hendel voor handmatige aanpassing van de snelheid naar de minimum snelheid totdat de afstand tussen de
V-riem en de rand van de snaarschijf voor de mengkop ong. 1 mm is. Zie fig. 7a.
Stop de menger door op de noodstop te drukken.
Draai de twee schroeven op de nokkenschijven (K) en (L) los.
Draai de nokkenschijf voor minimum snelheid (K) totdat deze de microschakelaar activeert. Haal de schroef aan.
Geef de noodstop vrij en start de menger.
Draai de hendel voor handmatige afstelling van de snelheid naar de maximum snelheid totdat de afstand tussen de
V-riem en de rand van de snaarschijf van de mengkop ong. 3 mm is. Zie fig. 7b.
Stop de menger door op de noodstop te drukken.
Draai de nokkenschijf voor maximum snelheid (L) totdat deze de microschakelaar activeert. Haal de schroef aan.
Verwijder de hendel van de handmatige snelheidsselector.
Monteer de as van de servomotor terug op de arm (B). Het is essentieel om te controleren dat de servomotor niet tegen
het statief van de machine, de as (E) of tegen andere delen van menger klemt en dat een "verkeerde positie" (fig.
8) van de motor voorkomen wordt.
Als de servomotor niet correct is gepositioneerd (volgens de omschrijving hierboven), moeten de twee schroeven (M)
en (N) die de arm vastzetten op de as worden losgehaald en moet de arm worden afgesteld.
De hendel voor handmatige afstelling van de snelheid moet weer worden gemonteerd en de nokkenschijven moeten
weer worden afgesteld.
Als de min. en max. snelheid correct is afgesteld, kunnen de klem van de snelheidsindicator, de schijf met pijl en de
snelheidsindicator worden teruggeplaatst.
De nokkenschijven voor minimum en maximum snelheid zijn nu afgesteld.