Over alarmsignalen
(Pieptoon/tril instellingen)
De pomp kan zo worden ingesteld dat deze gaat piepen
(Beep) of trillen (Vibrate) bij een waarschuwing of
alarm (zie pagina 47). Als u Beep kiest, kunt u er ook
voor kiezen om de pomp wel of niet te laten piepen als
u een toets indrukt. Als Vibrate wordt gekozen, zal de
pomp niet piepen (of trillen) als er op een toets wordt
gedrukt. (OPMERKING: de batterij is veel sneller leeg
als de pomp wordt geprogrammeerd op Vibrate.)
Er zijn verschillende soorten alarmtonen/trilpatronen:
• Siren (sirene) alarm: geeft aan dat de pomp niet naar
behoren werkt en niet verder gebruikt mag worden.
Pieptoon: 2 elkaar afwisselende pieptonen die voort-
durend worden herhaald. De pomp mag niet verder
gebruikt worden.
Trillen: uitgeschakeld.
Help
53
• Continuous (constant) alarm: wijst op een probleem
waardoor de medicatietoediening mogelijk is ge-
staakt. Reageer onmiddellijk op alarmsignalen.
Pieptoon: 4 dubbele pieptonen, die om de 10 secon-
den worden herhaald totdat u op de juiste toets drukt
om ze uit te zetten.
Trillen: 4 dubbele trillingen, die om de 10 seconden
worden herhaald totdat u op de juiste toets drukt om
het trillen te stoppen.
• Attention (attentie) alarm: wijst op een probleem
waaraan u aandacht moet besteden, maar dat niet
ernstig genoeg is om de toediening te staken. Voor-
beelden zijn laag reservoir-inhoud, lage batterijspan-
ning, etc.
Pieptoon: 4 dubbele pieptonen die eenmaal per mi-
nuut worden herhaald.
Trillen: 4 dubbele trillingen die eenmaal per minuut
worden herhaald.
• Single (enkelvoudig) alarm: Dit is een waarschuwing
om u ergens op te wijzen.
Pieptoon: pomp geeft één pieptoon.
Trillen: pomp trilt één keer.