5 Installatie
5.4
De koelmiddelleiding controleren
5.4.1
Over het controleren van de
koelmiddelleidingen
Zijn de werkzaamheden aan
de koelmiddelleiding klaar?
Nee
Ja
Waren de binnenunits en/of
buitenunit al ingeschakeld?
Nee
Ja
Gebruik procedure:
"Methode 2: Na inschakelen".
Alle werkzaamheden aan de koelmiddelleidingen moeten klaar zijn
alvorens de (buiten of binnen)units in te schakelen.
De expansiekleppen worden geïnitialiseerd bij het inschakelen van
de units. Dit betekent dat ze worden gesloten. Een lektest en
vacuümdrogen van lokale leidingen en binnenunits is niet mogelijk
wanneer dit gebeurt.
Daarom zijn er 2 methoden voor de initiële installatie, lektest en
vacuümdrogen.
Methode 1: Voor inschakelen
Als het systeem nog niet werd ingeschakeld, zijn er geen speciale
stappen vereist voor de lektest en het vacumeren.
Methode 2: Na inschakelen
Als het systeem al was ingeschakeld, zet dan instelling [221]=1
voor de buitenunit (zie
"6.1.8 Stand 2: Lokale instellingen" op
pagina
27). Deze instelling opent de lokale expansiekleppen zodat
het R410A door de leidingen kan stromen en de lektest en
vacumeren kunnen worden uitgevoerd.
OPMERKING
Zorg ervoor dat alle binnenunits die op de buitenunit zijn
aangesloten, ingeschakeld zijn.
OPMERKING
Wacht tot de buitenunit klaar is met initialiseren om
instelling [221] in te stellen.
Lektest en vacuümdrogen
De koelmiddelleiding controleren betekent:
▪ De koelmiddelleiding controleren op lekken.
▪ Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen
door middel van vacumeren.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld
regenwater in de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals
hieronder beschreven tot alle vocht is verwijderd.
Alle leidingen in de unit zijn in de fabriek op lekken getest.
Alleen lokaal geïnstalleerde leidingen moeten worden gecontroleerd.
Zorg ervoor dat alle afsluiters van de buitenunit goed gesloten zijn
alvorens een lektest uit te voeren of te vacuümdrogen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
14
Werk de leidingen af.
Gebruik procedure:
"Methode 1: Vóór inschakelen
(gewone methode)".
OPMERKING
Zorg ervoor dat de kleppen van alle (lokaal voorziene)
lokale leidingen OPEN staan (behalve de afsluiters van de
buitenunit!) voordat u begint met de lektest of het
vacuümdrogen.
Zie
"5.4.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling" op pagina 14
voor meer informatie over de stand van de kleppen.
5.4.2
Koelmiddelleiding controleren: Algemene
richtlijnen
Sluit de vacuümpomp via een verdeelstuk aan op de servicepoort
van
alle
afsluiters
voor
"5.4.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling" op pagina 14).
OPMERKING
Gebruik een 2trapsvacuümpomp met een terugslagklep of
een elektromagnetische klep die tot een meterdruk van –
100,7 kPa (5 Torr absoluut) kan evacueren.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem
terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
OPMERKING
Ontlucht niet met koelmiddel. Gebruik een vacuümpomp
om de installatie te ontluchten.
5.4.3
Koelmiddelleiding controleren: Opstelling
p <
p >
h
A
B
g
f
a
d
D
N2
R410A
C
b
c
e
a
Reduceerklep
b
Stikstof
c
Weegschaal
d
Fles R410Akoelmiddel (hevelsysteem)
e
Vacuümpomp
f
Afsluiter vloeistofleiding
g
Afsluiter gasleiding
h
Afsluiter vereffeningsleiding (alleen voor RYMQ)
A
Klep A
B
Klep B
C
Klep C
D
Klep D
Klep
Klep A
Klep B
Klep C
Klep D
Afsluiter vloeistofleiding
Afsluiter gasleiding
Afsluiter vereffeningsleiding
een
grotere
efficiëntie
(zie
Stand van de klep
Open
Open
Open
Open
Gesloten
Gesloten
Gesloten
RYYQ+RYMQ+RXYQ8~20T7Y1B
VRV IVsysteem airconditioner
4P3704731 – 2014.02