Dit hoofdstuk gaat over de installatie en de initiële opstartprocedures .
2.1
Algemene richtlijnen
Hou rekening met de onderstaande aspecten voordat u het instrument plaatst.
Het bezit van doelgas (lichter of zwaarder dan lucht) moet in acht worden genomen.
Het instrument moet zo dicht mogelijk bij de bewakingslocatie worden geplaatst. Het moet
gemakkelijk bereikbaar zijn voor bediening en onderhoud. Voor nauwe bewakingslocaties
of montage in kanalen is een sensoruitbreiding met een standaardlengte van 2 m optioneel
beschikbaar.
De optimale positie om het instrument te monteren, is rechtopstaand op een plat
oppervlak. Zorg ervoor dat de sensor van het instrument bij het bewaken van
omgevingslucht naar beneden is gericht. Voor persoonlijke bewakingstoepassingen moet
het instrument op hoofdhoogte worden gemonteerd.
Zorg dat zich in de directe omgeving van de sensor geen voorwerpen bevinden die een
vrije luchtstroom kunnen belemmeren. Het instrument moet op een afstand worden
geplaatst van mogelijke vloeistofbronnen en extreme bronnen van stof en vuil. Het moet
tegen regen en zonlicht worden beschermd. Een instrumentversie beschermingsklasse
IP 65 is beschikbaar voor buitengebruik.
Het gebruik van een aansluitdoos is aanbevolen om het instrument op externe
controlesystemen aan te sluiten. De afstand mag niet meer dan 2 m bedragen.
G ezien de stroomvereisten en werkomstandigheden moet u de specificaties volgen
zoals aangegeven in Hoofdstuk 1, Technische Specificaties. Voor bedradingsinstructies
raadpleegt u Hoofdstuk 2, Bedrading.
De sensoren moeten worden bewaard op een koele, droge plaats als ze niet worden gebruikt.
2.2
Standaardmontage
Het instrument werd ontworpen voor DIN-railmontage. De montagerailhouder voor
muurmontage wordt met ieder instrument meegeleverd. Monteer de DIN-rail op een
muur en maak het instrument vast met de sensor naar beneden gericht en de display
naar voren gericht.
Maak de draden vast aan de aansluitdoos volgens het bedradingschema dat u in de loop
van dit hoofdstuk vindt.
Standard mounting rail (P/N 9602.0050.10.03)
Satellite XT FTT Versies
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2
90,0
7,5
2-1