M A I N T E N A N C E
S E N S OR S E R V I C E
s e l e c t :
1
S E N S O R S E R V I C E
R EMO V E S E N S OR
< s e t > w h e n
S E N S O R S E R V I C E
R E P L A C EME N T
p l e a s e
i n s e r t
S E N S O R S E R V I C E
L O A D N EW D A T A ?
< s e t >
t o c o n f i r m
S E N S O R S E R V I C E
L O A D I NG D A T A !
p l e a s e w a i t
S E N S OR WA RM - U P !
1 . 23
S a t e l l i t e X T
A s H 3
0 . 00
!Opmerking:
Bij het plaatsen van een nieuwe sensor keert de K-factor automatisch terug naar
standaardwaarde 1,00. Indien individuele instellingen nodig zijn moeten deze opnieuw
worden ingesteld; raadpleeg hiervoor Hoofdstuk 5, IJking. Katalytische sensoren worden voor
methaan geijkt. Voor het bewaken van andere brandbare gassen moet een K-factor worden
ingevoerd.
Satellite XT FTT Versies
Onderhoud sensor
Zie hoofdstuk 8 - Sensorinformatie, om een sensor
te vervangen door een nieuwe sensor met hetzelfde
onderdeelnummer.
o f
7
Gebruik de <set>-toets om naar sensoronderhoud te
gaan. Volg de instructies onderaan op het scherm.
Wanneer het instrument de procedure voor
sensoronderhoud heeft beëindigd, zal het automatisch
naar de Bewakingsmodus terugkeren.
Verwijder de huidige geïnstalleerde sensor.
Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
r e a d y
Plaats de nieuwe sensor. Druk op de <set>-
toets om verder te gaan.
!
Druk op de <set>-toets om de gegevens
voor de nieuwe sensor te laden.
De nieuwe gegevens worden nu van de sensor
overgezet naar het interne instrumentgeheugen.
!
De sensor wordt opgewarmd, en dit scherm wordt
getoond tot de weergegeven waarde nul bedraagt.
Dit is niet van toepassing voor zuurstofsensoren.
p p m
De vereiste opwarmingsduur is afhankelijk van het
sensortype.
Het instrument zal automatisch overgaan op de
Bewakingstoestand wanneer de procedure voor
sensoronderhoud is beëindigd.
p p m
Onderhoud - Hoofdstuk 4
Sensor verwijderen
Vervangen
Nieuwe gegevens laden?
Gegevens laden!
<Opwarmingstoestand sensor>
<Normale Bewakingstoestand>
4-3