9.7
Sensor vervangen
Deze procedure wordt gebruikt om een oude sensor door een nieuwe te vervangen. De
vervangsensor moet hetzelfde onderdeelnummer hebben als de geïnstalleerde sensor. Druk op de
<esc>-toets op het Satellite XT-toetsenbord. Geef het wachtwoord in om de Bewakingsmodus af
te sluiten. De groene status-led van de Satellite XT brandt niet, het instrument bewaakt niet. Een
onderhoudsboodschap wordt naar het netwerk verstuurd.
Ga naar het Onderhoudsmenu en druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Ga naar het submenu Sensor Service en druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Volg de instructies op de onderste regel van het scherm - Figuur 1 .
Figuur 1
M A I N T E N A N C E
S E N S OR S E R V I C E
s e l e c t :
1
o f
S E N S O R S E R V I C E
R EMO V E S E N S OR
< s e t > w h e n
r e a d y
S E N S O R S E R V I C E
R E P L A C EME N T
p l e a s e
i n s e r t
!
S E N S O R S E R V I C E
L O A D N EW D A T A ?
< s e t >
t o
c o n f i r m
S E N S O R S E R V I C E
L O A D I NG D A T A !
p l e a s e w a i t
!
S E N S OR W A RM - U P !
1 . 23
S a t e l l i t e X T
A s H 3
0 . 00
Satellite XT FTT Versies
<SENSOR VERWIJDEREN>
Schroef de stopbuspakking (F) los om de
sensorhouder (B) van de stroomadapter van
7
de Extractieve Module XT te verwijderen -
Figuur 2. Verwijder de geïnstalleerde sensor
(G) - Figuur 3.
Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Haal de vervangsensor uit de verpakking en
verwijder waar nodig de bescherming van de
sensorpen.
<VERVANGEN>
Plaats de nieuwe sensor (G) in de bus in de
sensorhouder, zorg ervoor dat de neus van
de houder, de sensorgroef en de pijl op het
sensorlabel zich op een lijn bevinden - Figuur 4.
Plaats de sensorhouder (B) met de
vervangingssensor erin in de stroomadapter
van het instrument. Draai vervolgens de
stopbuspakking vast (F) - Figuur 5.
Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
<NIEUWE GEGEVENS LADEN?>
Druk op de <set>-toets om deze melding te
bevestigen en de gegevens voor de nieuwe
sensor te laden.
<GEGEVENS LADEN!>
Het instrument zet nu de nieuwe gegevens
van de sensor over naar het interne geheugen
van de eenheid.
<OPWARMING SENSOR>
p p m
De sensor wordt opgewarmd. De display van
de Satellite XT toont de passende melding tot
de weergegeven waarde 0 bedraagt.
De vereiste opwarmingsduur is afhankelijk
van het sensortype.
Na de sensoropwarming zal het instrument
p p m
automatisch overschakelen naar de
Bewakingsmodus.
De Sensor Serviceprocedure wordt ook
beschreven in Hoofdstuk 4, Onderhoud.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9
B
Figuur 2
F
Figuur 3
F
G
Figuur 4
F
G
B
Figuur 5
F
9-5