2.4
Netwerkbedrading
Voor netwerkbedrading wordt de 4-draads afgeschermde kabel gebruikt die onderaan het instrument
vastzit. Deze kabel is 2 m lang.
De 4-draads afgeschermde kabel zorgt voor de stroomtoevoer van het instrument en de koppeling
met de extra controletoestellen. Het open kabeleinde moet op een aansluitdoos worden aangesloten.
Een 4-draads afgeschermde kabel, 2x2x1.0 mm2/ 17 AWG is vereist voor koppeling met extra
controletoestellen.
Uitgangen aansluitdoos
N+ wit
Netwerk +
N– bruin
Netwerk –
P+
groen
Stroom +
P–
geel
Stroom –
S
afscherming
kabelafscherming
Aansluitdoos 2 knooppunten, standaard
Satellite XT FTT Versies
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2
109,5mm
2-5