7.4
Uitbreiding van de stam / flexie van de stam
Correct gebruik
De machine is ontworpen om zowel de rug- als
de buikspieren van de romp te trainen. Deze
spiergroepen stabiliseren het rompgebied. De
belasting wordt zowel concentrisch als
excentrisch toegepast.
Specifieke positionering van de opleiding van de persoon in kwestie
De training wordt gedaan in een gesloten systeem, wat betekent dat de voetsteun wordt gebruikt om het
lichaam, met name het bekken, op zijn plaats te houden tijdens de oefening.
De zitting met de pneumatische drukveer kan met behulp van de actuator
onder de zitting worden versteld. Stel de hoogte van de zitting zodanig in dat
de bekkenkam zich op de hoogte van de rotatieas van de hefboomarm bevindt.
De laserpointer (optie) kan worden gebruikt voor exacte positionering.
Na het losdraaien van de stelschroef, grijpt u de vulling op de trainingsarm met
beide handen naar links/rechts en zet u deze in de gewenste positie.
De stelschroef mag alleen worden aangedraaid tot de pijlen op elkaar liggen.
Als de klem nog meer wordt aangedraaid, is een ontgrendeling alleen mogelijk
met meer inspanning.
Voor de verlengingsbeweging moet de bovenrand van de vulling zich op de
plaats van de spinae scapulae bevinden, voor de buigbeweging moet deze zich
net onder de sleutelbeenderen bevinden.
Om de startpositie in te stellen, draait u de ontgrendelingshendel naar links
(kantelen), zet u de hendelarm in de gewenste stand en klikt u de hendel vast.
De inkepingen zijn in stappen van 10°. Voor een ontspannen zithouding tussen
de trainingssets kan de hendelarm nog eens 30° naar achteren worden
afgebogen. Deze positie is geen trainingsinstelling en valt niet onder de
schaalverdeling. Het dient alleen om de last tussen de trainingssets door te
verlichten.
Het bereik van de bewegingsbegrenzer (optioneel) voor de eindstand bevindt
zich boven de gewichtsblokken en wordt ingesteld door het losdraaien van de
bevestigingsschroef.
Gebruiksaanwijzing
Pagina 30 van 48
Version 27