KATALYSATOR
Het doel van de katalysator is het
terugdringen van de hoeveelheid
schadelijke stoffen in de uitlaatgassen
van de motorfiets. Het gebruik onge-
lode brandstof in motorfietsen uitge-
rust met katalysators is verboden
omdat het lood de componenten in
het katalysatorsysteem die de scha-
delijke stoffen verminderen deacti-
veert.
Bij normaal rijden en bij gebruik van
ongelode brandstof gaat de katalysa-
tor voor de hele levensduur van de
motorfiets mee. De katalysator vereist
geen speciaal onderhoud. Het is wel
van belang dat de motor correct is
afgesteld. Overslaan van de motor,
wat het resultaat kan zijn van een ver-
keerd afgestelde motor, kan resulte-
ren
in
oververhitting
katalysator. Dit kan leiden tot perma-
nente hittebeschadiging van de kata-
lysator en andere componenten van
de motorfiets.
Bij verkeerd gebruik van de motor-
fiets kan er schade aan de kataly-
sator of andere schade aan de
motorfiets ontstaan.
Om schade aan de katalysator of
verband houdende onderdelen te
voorkomen, moet u de volgende
voorzorgsmaatregelen nemen:
• Zorg dat de motor in de juiste
gebruikstoestand is.
• Wanneer de motor foutief werkt,
vooral bij overslaan van de
motor of een ander duidelijk
prestatieverlies, moet u de
motorfiets stoppen, de motor
afzetten en de motorfiets zo
spoedig mogelijk laten nakijken.
• Zet de motor niet af en onder-
van
de
breek het contact ook niet wan-
neer in een versnelling is
geschakeld en de motorfiets
rijdt.
• Probeer de motor niet te starten
door de motorfiets te duwen of
door deze een heuvel omlaag te
laten rollen.
• Laat de motor niet stationair
draaien wanneer bougiekabels
zijn losgemaakt of verwijderd,
zoals tijdens het uitvoeren van
tests voor het opsporen van sto-
ringen.
• Laat de motor niet gedurende
langere
draaien
draaien ongelijkmatig is of als
er andere defecten zijn.
• Laat het benzinepeil in de benzi-
netank niet zo laag worden dat
de tank bijna leeg is.
6-31
LET OP
perioden
stationair
als
het
stationair