Thermometer
De thermometer geeft de temperatuur
van de buitenlucht aan.
OPMERKING:
•
De thermometer zal niet de juiste
omgevingstemperatuur aangeven
wanneer u langzaam rijdt of
gestopt bent.
•
De thermometer geeft "LO" (laag)
aan wanneer de omgevingstem-
peratuur beneden de –10°C is. De
thermometer geeft "HI" (hoog)
aan wanneer de omgevingstem-
peratuur boven de 50°C is.
Olieverversingsinterval
Het
olieverversingsinterval-lampje
gaat branden om u te waarschuwen
wanneer het tijd is de olie te verver-
sen. Het verklikkerlampje gaat bran-
den na de eerste 1000 km en daarna
om de 6000 km. Stel het verklikker-
lampje na het verversen van de olie
terug zodat het lampje dooft.
Terugstellen van het interval:
1. Zet het contact af.
2. Houd de SEL toets D ingedrukt.
Draai de contactsleutel in de aan-
stand en wacht 3 seconden totdat
de OIL CHANGE aanduiding 3
maal knippert en dan dooft.
OPMERKING: Stel het verklikker-
lampje terug nadat de olie de eerste
maal is ververst.
Instellen van het interval:
1. Houd de ADJ toets E 2 seconden
ingedrukt zodat de OIL CHANGE
en
INTERVAL
beginnen te knipperen.
2. Druk op de SEL toets D om het
interval in stappen van 500 km te
verlagen van 6000 km tot mini-
maal 500 km.
3. Druk op de ADJ toets E toets om
het interval naar wens in stappen
van 500 km te verhogen van 500
km tot 6000 km.
4. Houd de SEL toets D en de ADJ
toets E 2 seconden lang inge-
drukt.
OPMERKING:
•
Het
olieverversingsinterval
pas worden ingesteld nadat de
kilometerteller de 1000 km is
gepasseerd.
•
Stel het verklikkerlampje terug
nadat de olie de eerste maal is
ververst.
•
Na het verversen van de olie moet
de terugstelprocedure altijd wor-
den uitgevoerd, ook wanneer het
verklikkerlampje niet oplicht.
2-15
aanduidingen
kan