Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

CG Products Emotron FDU 2.0 Gebruiksaanwijzing pagina 88

Inhoudsopgave

Advertenties

213 AandrijfMode
Stp
Standaard:
V/Hz
Alle regelkringen zijn gerelateerd aan
frequentieregeling. In deze modus zijn
toepassingen met meerdere motoren
mogelijk.
OPMERKING: Alle functies en
V/Hz
2
menuwaarden met betrekking tot
toerental en rpm (bijv. Max Toeren =
1500 rpm, Min Toeren=0 rpm enz.)
blijven toerental en rpm, hoewel ze voor
de uitgangsfrequentie staan.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Ref Signaal [214]
De frequentieregelaar heeft een referentiesignaal nodig om
het toerental van de motor te regelen. Dit referentiesignaal
kan worden geregeld door een externe bron vanuit de
installatie, door het toetsenbord van de frequentieregelaar of
via seriële of veldbuscommunicatie. Kies het gewenste
referentiesignaal voor de toepassing in dit menu
214 Ref Signaal
Stp
Standaard:
Klemmen
Het referentiesignaal komt uit de analoge
Klemmen
0
ingangen van de klemmenstrook
(klemmen 1-22).
Referentie wordt ingesteld met de toetsen
Toetsen
1
+ en - op het bedienpaneel. Kan alleen in
het menu "Ref Inst/Kyk [310]".
De referentie wordt ingesteld via de seriële
communicatie (RS 485, Veldbus). Zie
Comm
2
hoofdstuk 10.5, pagina 78 voor meer
informatie.
De referentie wordt ingesteld via een optie.
Optie
3
Alleen beschikbaar als de optie de
referentiewaarde kan regelen.
OPMERKING: Als de referentie wordt omgeschakeld van
Klemmen naar Toetsen, wordt de laatste externe
referentiewaarde de standaardwaarde voor het
bedienpaneel.
84
Functiebeschrijving
V/Hz
43013
168/172
4bc5
19397
UInt
UInt
.
Klemmen
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Run/Stp Sgnl [215]
Deze functie wordt gebruikt om de bron voor run- en
stopcommando's te kiezen. Dit wordt beschreven op
pagina 126.
Starten/stoppen via analoge signalen is mogelijk met behulp
van de functie "Stp<Min Trtl [342]".
215 Run/Stp Sgnl
Stp
Standaard:
Klemmen
Het start/stop-signaal komt uit de digitale
ingangen van de klemmenstrook (klemmen
Klemmen
0
1-22).
Zie menugroep [330] en [520] voor de
instellingen.
Starten en stoppen wordt ingesteld op het
Toetsen
1
bedienpaneel.
Het starten/stoppen wordt ingesteld via de
seriële communicatie (RS 485, Veldbus).
Comm
2
Zie optiehandleiding Veldbus of RS232/
485 voor de details.
Starten/stoppen wordt ingesteld via een
Optie
3
optie.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
EtherCAT index (hex)
Profinet IO-index
Veldbusformaat
Modbusformaat
Reset Sgnl [216]
Als de frequentieregelaar wordt stopgezet vanwege een
storing, is een resetcommando vereist om de
frequentieregelaar opnieuw te kunnen starten. Met deze
functie kiest u de bron van het resetsignaal.
CG Drives & Automation, 01-5325-03r3
43014
168/173
4bc6
19398
UInt
UInt
Klemmen
43015
168/174
4bc7
19399
UInt
UInt

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave