•
Start de motorkettingzaag en geef vol gas. Laat de
gashendel los en controleer of de ketting stopt en stil blijft
staan. Als de ketting roteert wanneer de gashendel in de
stationaire stand staat, moet de stationair instelling van de
carburateur gecontroleerd worden.
Kettingvanger
Controleer of de kettingvanger niet beschadigd is en of hij
vast zit in de het motorzaaghuis.
Rechterhandbescherming
Controleer of de rechterhandbeveiliging geen zichtbare
beschadigingen vertoont, bijv. materiaalbarsten.
Trillingdempingssysteem
Controleer het trillingdempingselement regelmatig op
materiaalbarsten en vervormingen.
Controleer of het trillingdempingselement vast verankerd is
tussen de motoreenheid en de handvateenheid.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Stopschakelaar
Start de motor en controleer of de motor wordt uitgeschakeld
wanneer de stopschakelaar in de stopstand wordt gezet.
Geluiddemper
Gebruik de machine nooit wanneer de geluiddemper defect
is.
Controleer regelmatig of de geluiddemper vastzit in de
machine.
Als de geluidddemper van uw machine uitgerust is met een
vonkenopvangnet, moet dit regelmatig schoongemaakt
worden. Een verstopt net leidt tot oververhitting van de motor
wat tot ernstige beschadigingen van de motor leidt.
Gebruik de knalpot nooit wanneer het vonkenopvangnet
ontbreekt of defect is.
WAARSCHUWING! Gebruik de machine
!
nooit wanneer de veiligheidsuitrusting
defect is. De veiligheidsuitrusting van de
machine moet gecontrolleerd en
onderhouden worden zoals beschreven in
dit hofdstuk. Als uw machine niet door alle
controles komt, moet u ermee naar uw
servicewerkplaats voor reparatie.
– 9
Dutch