Koelsysteem
Om de werktemperatuur zo laag mogelijk te houden, is de
machine uitgerust met een koelsysteem.
Het koelsysteem bestaat uit:
5
4
3
2
1
1 Luchtinlaat in de starter.
2 Luchtgeleidingsrail.
3 Ventilatorschoepen op het vliegwiel.
4 Koelflenzen op de cilinder.
5 Cilinderkap (leidt de koellucht naar de cilinder).
Maak het koelsysteem één keer per week schoon met een
borstel; dit moet vaker gebeuren wanneer u in moeilijke
omstandigheden werkt. Een vuil of verstopt koelsysteem leidt
tot oververhitting van de machine waardoor de cilinder en
zuiger beschadigd kunnen worden.
N.B.! Het koelsysteem van een motorkettingzaag met
katalysator moet dagelijks schoongemaakt worden. Dit is
vooral erg belangrijk op een motorkettingzaag met katalysator
die vanwege de hogere uitlaatgastemperatuur een erg goede
koeling van de motor en de katalysatoreenheid vereist.
Centrifugaal reinigen "Turbo"
Centrifugaal reinigen houdt het volgende in: Alle lucht naar de
carburateur gaat door de starter. Vuil en stof worden
weggeblazen door de koelventilator.
BELANGRIJK! Om de werking van de centrifugaalreiniging
niet in gevaar te brengen, moet hij goed onderhouden
worden.
Maak de luchtinlaat van de starter, de ventilatorschoepen van
het vliegwiel, de ruimte rond het vliegwiel, de inlaatpijp en de
carburateurruimte schoon.
34 –
Dutch
ONDERHOUD
Elektrisch verwarmde handvatten
(CS 2147W, CS 2152W)
Op modellen met de aanduiding W zijn zowel de voorste
handgreepbeugel als het achterste handvat voorzien van
elektrische verwarmingscircuits. Die worden van stroom
voorzien door een in de motorkettingzaag ingebouwde
generator.
Wanneer de schakelaar naar boven wordt geduwd, gaat de
verwarming aan. Wanneer de schakelaar naar beneden wordt
geduwd, gaat de verwarming uit.
Elektrische carburateurverwarming
(CS 2147WH, CS 2152WH)
Deze motorkettingzaag is, wanneer ze de aanduiding WH
heeft, voorzien van een elektrisch verwarmde carburateur. De
elektrisch aangedreven verwarming voorkomt dat er
ijsvorming in de carburateur optreedt. Een thermostaat regelt
de verwarming zodat de carburateur altijd op de juiste
werktemperatuur is.
Gebruik in de winter
In de winter kunnen poedersneeuw en kou bedrijfsproblemen
veroorzaken zoals:
•
Een te lage motortemperatuur.
•
Ijsvorming op luchtfilter en bevriezing in de carburateur.
Men dient daarom speciale maatregelen te treffen, zoals:
•
De luchtinlaat van de starter verminderen en zo de
werktemperatuur van de motor verhogen.
De inlaatlucht naar de carburateur verwarmen door de
warmte van de cilinder te benutten.
Temperaturen van 0° ° ° ° C of lager:
Het cilinderdeksel is voorbereid om aangepast te kunnen
worden voor gebruik bij koude. Draai aan de winterklep zodat
de in de cilinder verwarmde lucht de carburateurkamer in kan
en zo voorkomt dat bijv. het luchtfilter dicht vriest.