Bestuurders moeten weten wat ze doen
Zorg dat bestuurders 16 jaar of ouder zijn
en een cursus veilig varen hebben gevolgd.
In uw land (of provincie) kunnen aanvullende
vereisten gelden.
Bestuurders moeten botsingen vermijden.
Kijk voortdurend uit voor mensen,
obstakels en andere vaartuigen.
Houd voldoende afstand tot
anderen om altijd veilig tot
stilstand te kunnen komen.
Laat de gashendel niet los
wanneer u obstakels ontwijkt.
U moet gas geven om te kunnen sturen.
Lees de gebruikershandleiding
Bekijk de veiligheidsvideo. (https://www.sea-doo.com/owners/safety/safety-video.html)
Patenten: www.brp.com/en/about-brp/patents.html
Draag een short met neopreen (wetsuit-materiaal) om bij achterovervallen te voorkomen dat er
water met kracht het rectum of de vagina binnendringt. Opvarenden die geen
neopreen short droegen, liepen ernstig rectale, vaginale en inwendige
verwondingen op, voortvloeiend in permanent letsel.
Draag een goedgekeurd reddingsvest (PFD).
Zorg dat u goed zit en zich stevig vasthoudt.
Opvarenden kunnen van het vaartuig afvallen tijdens onverhoeds
versenellen of aggressief varen.
Vaar nooit onder invloed van alcohol of drugs.
L L A A B B E E L L A A L L G G E E M M E E N N E E W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
WAARSCHUWING
Vereisten voor correct gebruik van het vaartuig
Verkeerd gebruik kan tot ernstige of dodelijke verwondingen leiden.
Bescherm alle opvarenden
Voorkom een roekeloze bediening:
BESTUURDERSVEILIGHEID
Vallen kan tot ernstig of dodelijk letsel leiden
Vaar niet zonder de juiste kleding.
Draag PFD
Draag neopreen
Zie gebruikershandleiding
VEILIGHEIDSINFORMATIE
BELANGRIJKE LABELS OP HET PRODUCT
Draag een short met neopreen (wetsuit-materiaal) en een
goedgekeurd reddingsvest (PFD) - zie het gedeelte Bestuurdersveil-
igheid van dit label. Verzoek bestuurders het gedeelte Bestuurdersveil-
igheid te lezen en zorg ervoor dat ze geschikte kleding dragen.
Druk de gashendel niet in als iemand opstapt of zich achter het vaartuig
bevindt.
Zorg dat opvarenden goed zitten en zich stevig vasthouden.
Vermijd een aggressief varen, scherpe bochten en onverhoeds versnellen om te
voorkomen dat opvarenden van het vaartuig afvallen.
Spring niet over golven of hekgolven – springen kan rug- of ruggenmergletsel
(verlamming) tot gevolg hebben.
Blijf uit de buurt van anderen, zodat u op niemand water spuit of spat, kom niet
te dicht bij andere vaartuigen en vaar niet sneller dan de verkeersomstan-
digheden toelaten.
Vaar nooit onder invloed van alcohol of drugs.
33