ONDERHOUDSSHEMA
Regelmatig onderhoud is de beste waarborg
voor een lange levensduur van uw
Motorhakfrees.
Neem de kap van de bougie om te voorkomen dat de machine
per ongeluk start.
VOORZICHTIG:
• Gebruik voor onderhoud en reparatie uitsluitend Honda-
onderdelen dan wel gelijkwaardige onderdelen. Het gebruik van
onderdelen die niet ten minste gelijkwaardig in kwaliteit zijn
kunnen de motorhakfrees beschadigen.
• De motor en de uitlaat kunnen zo heet worden dat u er zich aan
kunt branden of dat brandbaar materiaal bij aanraking in brand
kan vliegen. Laat de motor afkoelen voor u er onderhoud aan
verricht.
• Schakel de motor uit voor u er onderhoud aan verricht. De
uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een giftig gas, dat
bewusteloosheid en zelfs de dood kan veroorzaken. Wanneer het
nodig is, de motor te laten draaien, moet voor voldoende ventilatie
worden gezorgd.
PERIODIEKE
ONDERHOUDSBEURT (3)
Voer uit volgens elke aangegeven
maand of bedrijfsureninterval, wat
het eerst komt.
Werkzaamhe
Onderdeel
den
Peil
controleren
Motorolie
Vervangen
Controleren
Luchtfilter
Reinigen
Vervangen
Controleren /
Nastellen
Bougie
Vervangen
Koppelingschoen
Controleren
Buitenkant
Controleren
bevestigingsstrip
Controleren /
Gashendelfunctie
Reinigen
Bouten en moeren
Controleren
aangehaald
Bedrading en
Controleren
kabels
Bedrijfsoms-
tandigheden
Controleren
van de motor
Controleren /
Gaskabels
Nastellen
Controleren /
Klepspeling
Nastellen
Verbranding-skame Reinigen
Benzinetank en
Reinigen
brandstoffilter
Brandstofslang
Controleren
Onderlegplaat
Vervangen
Koppeling buitenste
Vervangen
lager
(1) Verricht vaker onderhoud wanneer u in een stoffige omgeving werkt.
(2) Onderhoud op deze punten moet worden uitgevoerd door uw onderhoudsdealer,
als u niet over het juiste gereedschap beschikt en geen ervaren monteur bent. Zie
het Honda werkplaatshandboek voor onderhoudsprocedures.
(3) Houd bij commerciële toepassingen het aantal bedrijfsuren schriftelijk bij, om de
correcte onderhoudsinterval te kunnen bepalen.
(4) Ververs de motorolie na elke 50 uur als u de motor onder zware omstandigheden
gebruikt of bij hoge omgevingstemperaturen.
Tussenpozen
Om de
Om de
Na de
3
6
Jaarlijks
1ste
Voor
maan-
maan-
of om
maand
gebruik
den
den
de 300
of 20
of 50
of 100
uur
uur
uur
uur
(4)
(1)
Telkens na 300 uur. (2)
Om de 2 jaar (Zonodig vervangen) (2)
STORINGZOEKEN
C2
C4
Symptoom
D1
D2
De motor wil niet
starten.
Het starten gaat
moeilijk of er is
vermogensverlies.
Onregelmatige
werking.
De motor wordt
te heet.
Elke
5 jaar
of
100
uur
VERVOER EN
OPSLAG
VOORZICHTIG:
• De motor en de uitlaat kunnen zo heet worden dat u er zich aan
kunt branden of dat brandbaar materiaal bij aanraking in brand
kan geraken. Laat de motor afkoelen voor u er onderhoud aan
verricht.
Benzine is uiterst brandbaar en onder bepaalde
(2)
omstandigheden zelfs explosief. Bij onvoorzichtigheid zijn
ernstige brandwonden niet denkbeeldig. Verricht
werkzaamheden als bijvullen of aftappen uitsluitend in de
buitenlucht. Op de grond gemorste benzine moet onmiddellijk
worden opgenomen.
VERVOER
Ledig de benzinetank om morsen van benzine te voorkomen. Zet de
Aan-/uitschakelaar in de stand "O" (uit) en houd de Motorhakfrees
horizontaal. Voor het vervoer moet de machine vastgesjord worden
met sjorband of een spin.
MACHINE OP EEN
AANHANGWAGEN LADEN
(2)
1. Maak de benzinetank en de carburateur
leeg
(zie Blz
(2)
2. Laad de Motorhakfrees op de aanhangwagen en zet de
machine goed horizontaal.
3. Bevestig de machine met sjorband of een spin aan de
(2)
stuurboom, de freesstaart en de aanhangwagen, zie de
bovenstaande afbeelding [1].
4. De stuurboom kan zonodig worden neergeklapt.
(2)
(2)
Mogelijke oorzaak
1.
Er is geen benzine in de tank.
2.
De gashendel staat op "UIT".
3.
Benzinekraan staat dicht.
4.
De bougiekabel is niet goed vastgemaakt
of is helemaal los.
5.
De bougie is defect of de elektrode-afstand
is niet juist.
6.
De motor is "verzopen".
1.
Vuil in de benzinetank.
2.
Het luchtfilter is vervuild.
3.
Er bevindt zich water in de benzinetank of
in de carburateur.
4.
Het luchtgat in de dop van de benzinetank
is verstopt en / of de carburateur is vervuild.
1.
De bougie is defect of de elektrode-afstand
is niet juist.
2.
Het luchtfilter is vervuild.
1.
De elektrode-afstand van de bougie is niet
juist.
2.
Het luchtfilter is vervuild.
3.
De koelribben van de motor zijn vervuild.
4.
Een te laag oliepeil.
8).
Blz
5
6
6
8
8
6
8
7
8
-
8
7
8
7
-
5
C13
D7
D9
B3
D5
[1]
[1]
[2]
9 NL