VOORBEREIDINGEN TOT
HET IN BEDRIJF NEMEN
Voor het verrichten van deze
controles moet de motorhakfrees
op een vlakke, stevige
ondergrond worden geplaatst; de
motor moet worden
uitgeschakeld en de kap moet van
de bougie [1] worden genomen.
MOTOROLIE
VOORZICHTIG:
• Schakel de motor uit en plaats de motorhakfrees op een
horizontaal oppervlak voor u het oliepeil controleert.
Kijk vóór ieder gebruik rond en onder de motor om tekenen van olie-
of brandstoflekken op te sporen.
1. Verwijder de olievuldop [2] door
deze linksom te draaien. Veeg de
peilstok schoon.
2. Steek de peilstok [3] in de vulhals
[4] zoals afgebeeld, maar schroef
deze niet in. Verwijder de peilstok
vervolgens om het oliepeil te
controleren.
3. Als het oliepeil bij of onder de onderste
limiet [5] staat, vul dan de aanbevolen
olie bij tot de bovenste limiet [6] op de
peilstok. Vul niet teveel olie bij.
• Bovenste limiet betekent dat de
olie aan de bovenkant van het
gearceerde gedeelte van de
peilstok staat.
• Onderste limiet betekent dat de
olie aan de onderkant van de
peilstok staat.
4. Breng de olievuldop weer stevig aan.
VOORZICHTIG:
• Gebruik de motorhakfrees nooit met
te weinig olie aangezien dit de motor
zwaar kan beschadigen. Het verdient aanbeveling een 4-
taktmotorolie van Honda of een hoogdetergente motorolie van
gelijkwaardige kwaliteit te gebruiken. De viscositeit moet gekozen
worden aan de hand van de gemiddelde omgevingstemperatuur.
Vereiste smeeroliespecificatie(s) om een goede werking van het
emissieregelsysteem te waarborgen: Originele Honda-olie.
De viscositeit moet
gekozen worden aan de
hand van de gemiddelde
omgevingstemperatuur.
[7]
Multy grade
VOORZICHTIG:
• Het gebruik van een niet-detergerende olie of een
tweetaktmotorolie berokkent zware schade aan de motor.
Gebruik geen freesmessen met een grotere diameter dan 260 mm en
een breedte groter dan 510 mm. Benzine is uiterst brandgevaarlijk en
kan onder bepaalde omstandigheden ontploffen. Tijdens het vullen
met benzine of in de omgeving van de jerrycans niet roken en niet
met open vuur of vonken in de buurt van de motor komen.
De benzinetank niet te ver vullen (niet tot in de tuit van de tank).
De tankdop moet na het vullen op de juiste wijze en volledig
worden vastgedraaid.
Start de motor pas wanneer eventueel gemorste benzine
volledig opgedroogd is en eventuele dampen verdreven zijn
Voorkom herhaaldelijk of veelvuldig contact van benzine met
de huid en adem geen benzinedampen in.
HOUD BENZINE BUITEN HET BEREIK VAN KINDEREN.
[1]
[4]
[2]
[7]
[8]
100° F
[8]
Buiten-temperatuur
BENZINEPEIL KONTROLEREN
VOORZICHTIG:
• Gebruik nooit benzine die oud, vervuild of vermengd met olie is.
• Voorkom dat er vuil in de benzinetank komt.
• Geen vervuilde benzine gebruiken (water, stof, enz.) Gebruik
geen oude benzine.
Benzinepeil controleren:
1. Draai de tankdop [9] los en
controleer het benzinepeil.
2. Vul de tank [10] zonodig na. Het
maximumniveau is bereikt wanneer
de tank tot aan de lip [11] gevuld is.
3. Draai de dop [9] na het vullen stevig vast.
NB: Het gebruik van andere brandstof
dan benzine wordt ten sterkste
afgeraden aangezien deze het
brandstofcircuit kunnen beschadigen.
Inhoud benzinetank: 0,35
Deze motor is gecertificeerd voor het
gebruik van ongelode benzine met een
research-octaangetal van 91 of hoger
(pompoctaangetal van 86 of hoger).
VOORZICHTIG:
• Gebruik geen benzine:
- die vervuild is,
- die meer dan 30 dagen
bewaard is,
- die alcohol bevat (ethanol of
methanol),
- die gemengd is met olie (mengsmering voor 2-takt motoren).
• Vermijd dat er water of vuil in de benzinetank kan komen.
NB: Alle beschadigingen of vermogensverliezen die zich voordoen
door het gebruik van ongeschikte benzine of benzine van slechte
kwaliteit vallen niet onder de garantievoorwaarden van de machine.
BENZINE MET ALKOHOL
Wanneer u een benzine / alcoholmengsel wilt gebruiken in een
Honda maaier, moet het octaangetal tenminste even hoog zijn als
dat, wat wij voorschrijven (86). Er bestaan twee soorten mengsel:
het ene bevat ethyl-, het andere methylalcohol.
Vereiste brandstofspecificatie(s) om een goede werking van het
emissieregelsysteem te waarborgen: E10-brandstof zoals
vastgelegd in de desbetreffende EU-richtlijnen.
Mengsels van het eerste soort mogen niet meer dan 10 %
ethylalcohol bevatten. Mengsels van het tweede soort mogen geen
methylalcohol (d.w.z. brandspiritus) bevatten als daar geen
stabilisators en corrosiewerende stoffen bijgemengd zijn.
Zijn deze additieven aanwezig, dan mag het alcoholgehalte niet
groter zijn dan 5 %.
40° C
NB: Schade of vermogensverlies wegens gebruik van benzine /
alcoholmengsels worden niet door onze garantie gedekt. Honda kan
het gebruik van methylalcohol in de benzine niet aanraden
aangezien zijn geschiktheid als brandstof tot nog toe niet is bewezen.
LUCHTFILTER KONTROLEREN
VOORZICHTIG:
• De motor nooit laten draaien zonder luchtfilter aangezien dit
voortijdige motorslijtage tot gevolg heeft.
Kontroleer het luchtfilter als volgt:
1. Druk de lippen [12] op het
luchtfilterdeksel [13] omlaag en
verwijder het deksel.
2. Controleer het filterelement [14]
op vervuiling. Is het vuil reinig
het dan aan de hand van de
procedure beschreven in het
hoofdstuk "Luchtfilter"
3. Breng het schone filter [14] aan
en bevestig het luchtfilter-
deksel [13] door de lippen [15] in de sponning van de
montageplaat te drukken.
Blz
7.
[14]
C1
[9]
[11]
[10]
[9]
[11]
[12]
[13]
[15]
5 NL