Type transmissie
E38
Z38
D38
B, BA, BAS, BAT38
K, KA, KAS, KAT38
B.38
K.38
FZ.38B
FD.38B
8.2.3
Controleer oliepeil met oliepeilglas (optioneel)
Als er een oliepeilglas aanwezig is, moet het oliepeil
zichtbaar zijn. Bij hete olie komt het oliepeil
koude olie staat het oliepeil
Beeld 8-4
Corrigeer indien nodig het oliepeil
8.2.4
Controleer oliepeil met oliepeilglas (optioneel)
Meet het oliepeil met erop gezette, niet ingeschroefde oliepeilstok.
Het oliepeil moet zich tussen onderste en bovenste (min-max) streep van de oliepeilstok
bevinden.
Bij gebruik van de elektrische controle van het oliepeil moet het oliepeil zich op de bovenste
max. streep van de oliepeilstok bevinden.
Corrigeer indien nodig het oliepeil en controleer het dan nogmaals.
BA 2010
Bedieningshandleiding, 08/2015
Afstand "x"
[mm]
43
37
93
83
89
82
B3-00
B8-00
H-01
H-02
126
74
64
35
B5-01
B5-03
H-01
H-02
126
74
66
40
137
152
110
147
①
onder het midden van het peilglas.
Oliepeil in het oliepeilglas
①
8.2 Smeerstoffen controleren en vervangen
37
31
83
83
82
82
B7-00
B6-00
H-03
H-04
30
89
21
52
B5-02
B5-00
H-03
H-04
30
89
20
54
137
137
132
132
①
in het midden van het peilglas
①
tot over het midden van het peilglas. Bij
en controleer het dan nogmaals.
Instandhouding en onderhoud
23
19
75
32
52
35
V5-00
V6-00
H-05
H6
95
112
40
46
V1-00
V3-00
H-05
H-06
95
112
45
50
87
73
110
65
65