5
Extra apparatuur bedienen
– Druk nogmaals op de toets (2).
De rijverlichting voor (3) en achter (4) is
ingeschakeld.
OPMERKING
Door nogmaals op een toets te drukken, wordt
de betreffende verlichting weer uitgeschakeld.
OPMERKING
Bij goedkeuring en voorbereiding voor het
rijden op de openbare weg, kan de parkeer-
verlichting ook worden ingeschakeld zonder
dat het contact is ingeschakeld.
Zwaailamp in- en uitschakelen
– Druk op de knop (1) om de zwaailamp in te
schakelen.
Het symbool voor de zwaailamp (2) verschijnt
op het display. De zwaailamp wordt ingescha-
keld.
OPMERKING
Door nogmaals op de knop te drukken, wordt
de zwaailamp weer uitgeschakeld.
202
1
57348011805 [NL]
Gebruik
4
7341_003-038
2
5060_003-045_V2