Het gebak is ongelijkmatig bruin
geworden.
Het vruchtengebak is te licht aan
de onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt
over.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij
het bakken aan elkaar.
Bij het bakken van vochtig gebak
ontstaat er condenswater.
Vlees, gevogelte,
vis
Aanwijzingen voor de
vormen
40
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak
gelijkmatiger bruin. Gevoelig gebak bakt u met boven en
onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd
zodanig af dat het goed op de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere
braadslede.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn.
Zo is er voldoende plaats en kan het gebak goed rijzen en
helemaal bruin worden.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de
deur. De waterdamp kan neerslaan op het bedieningspaneel of
op het meubilair en als condens neerdruppelen. Dit is normaal.
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn.
Voor grote stukken vlees is de bakplaat geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. De deksel
moet op de braadpan passen en goed sluiten.
Wanneer u geëmailleerde braadpannen gebruikt,
voeg dan wat meer vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet
zo erg bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn.
Houd langere bereidingstijden aan.
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Opgaven in de tabellen:
vorm zonder deksel = open
vorm met deksel =
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is
de ondergrond nat of koud, dan kan het glas
knappen.
gesloten