Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Basisconfiguratie; Basisinstellingen - Emerson Rosemount 8750W Snelstartgids

Verberg thumbnails Zie ook voor Rosemount 8750W:
Inhoudsopgave

Advertenties

Maart 2015
Stap 7: Basisconfiguratie
Nadat de magnetische flowmeter is geïnstalleerd en de voeding is aangelegd,
moeten de basisinstellingen van de transmitter worden geconfigureerd.
Deze parameters kunnen worden geconfigureerd met behulp van een
plaatselijke gebruiksinterface (LOI) of een HART-communicatieapparaat.
De configuratie-instellingen worden in het niet-vluchtige geheugen van de
transmitter opgeslagen.
Beschrijvingen van meer geavanceerde functies zijn opgenomen in de
uitvoerige producthandleiding.

Basisinstellingen

Tag
Tag is de snelste en doeltreffendste manier om transmitters te herkennen en van
elkaar te onderscheiden. Transmitters kunnen worden getagd volgens de
vereisten van uw toepassing. De tag kan maximaal acht tekens lang zijn.
Floweenheden (PV)
Met de variabele floweenheden stelt u in hoe de flow wordt weergegeven. Kies de
meeteenheden die passen bij uw specifieke meetbehoeften.
Leidingmaat
De leidingdiameter (sensormaat) moet worden ingesteld op de feitelijke maat
van de sensor die is aangesloten op de transmitter. De diameter moet in inch
worden opgegeven.
URV (maximum meetwaarde)
De URV stelt het 20 mA-punt voor de analoge uitgang in. Deze waarde wordt
doorgaans ingesteld op volledige flow. De weergegeven meeteenheden zullen
overeenkomen met de meeteenheden die zijn ingesteld onder de parameter
floweenheden. De URV kan worden ingesteld op een waarde van —12 m/s tot
12 m/s (—39,3 ft/s tot 39,3 ft/s). Het verschil tussen de URV en de LRV moet ten
minste 0,3 ms (1 ft/s) zijn.
LRV (minimum meetwaarde)
De LRV stelt het 4 mA-punt voor de analoge uitgang in. Deze waarde wordt
doorgaans ingesteld op nulflow. De weergegeven meeteenheden zullen
overeenkomen met de meeteenheden die zijn ingesteld onder de parameter
floweenheden. De LRV kan worden ingesteld op een waarde van —12 m/s tot
12 m/s (—39,3 ft/s tot 39,3 ft/s). Het verschil tussen de URV en de LRV moet ten
minste 0,3 ms (1 ft/s) zijn.
Kalibratienummer
Het kalibratienummer van de sensor is een nummer van 16 cijfers dat bij kalibratie
van de flow in de Rosemount-fabriek wordt gegenereerd; het is voor elke sensor
uniek en bevindt zich in de sensortag.
Tabel 15
bevat een overzicht van alle parameters.
Snelstartgids
33

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave