MONTAGE / AANSLUITING OP
HET VERWARMINGSCIRCUIT
ATTENTIE
Het apparaat in het verwarmingscircuit in over-
eenstemming met het hydraulische schema inte-
greren, afhankelijk van het apparaattype.
Documentatie 'Hydraulische integratie'.
AANWIJZING.
Controleer of de diameters en lengtes van de
buizen van het verwarmingscircuit groot genoeg
zijn.
AANWIJZING.
Circulatiepompen moeten trapsgewijs ontwor-
pen en geregeld zijn. Ze moeten minstens de
voor dit apparaattype benodigde minimale door-
voercapaciteit voor het verwarmingswater kun-
nen opbrengen.
Overzicht 'Technische gegevens / leveringsom-
vang', hoofdstuk 'Verwarmingscircuit'.
ATTENTIE
De hydraulische inrichting moet van een buffer-
vat voorzien worden, waarbij het vereiste vo-
lume afhankelijk is van het apparaattype.
Overzicht 'Technische gegevens / leveringsom-
vang', hoofdstuk 'Verwarmingscircuit, buffervat'.
ATTENTIE
Beveilig bij de werkzaamheden de aansluitingen
aan het apparaat altijd tegen verwringen, om de
koperen leidingen binnen in het apparaat tegen
beschadiging te beschermen.
Spoel het verwarmingscircuit goed door, alvorens
het apparaat erop aan te sluiten.
AANWIJZING.
Vuildeeltjes en afzettingen in het verwarmings-
circuit kunnen storingen veroorzaken.
Monteer afsluiters aan de cv-wateruitlaat (aanvoer)
en cv-waterinlaat (retour).
18
Technische wijzigingen voorbehouden | 83054400eNL – vertaling van de installatie- en gebruikershandleiding | ait-deutschland GmbH
AANWIJZING.
D.m.v. deze afsluiters kan de condensor van de
warmtepomp indien nodig worden gespoeld.
De aansluiting op de vaste leidingen van het verwar-
mingscircuit met behulp van flexibele koppelingen uit-
voeren. Deze moeten worden geïnstalleerd om over-
dracht van resonantie naar de leidingen tegen te gaan.
AANWIJZING.
Flexibele koppelingen zijn als toebehoren ver-
krijgbaar.
De aansluitingen voor de cv-wateruitlaat (aanvoer) en
cv-waterinlaat (retour) zijn overeenkomstig aan het ap-
paraat gemarkeerd.
Positie van de aansluitingen, zie maatschets voor
het betreffende apparaattype.
CONDENSAFVOER
Het uit de lucht ontstane condenswater moet via de aan
het apparaat voorgemonteerde slang voor condensaf-
voer worden afgevoerd. Hiervoor dient de slang voor
condensafvoer te worden verbonden met een wateraf-
voer.
Plaatsing van de aansluiting voor condensafvoer,
zie maatschets van het betreffende apparaat-
type.
1 Slang voor condensafvoer
binnen in het apparaat
2 Aansluiting voor condensafvoer aan
de buitenkant van het apparaat
ATTENTIE
Leg de in het apparaat voorgemonteerde slang
voor condensafvoer zo in het apparaat, dat deze
een sifon vormt (zoals op de afbeelding).
Het condenswater mag uitsluitend via een trechtersifon
in de riolering worden afgevoerd. Deze sifon moet altijd
toegankelijk zijn.