DHCP SETTING (DHCP instellen)
DHCP inschakelen of uitschakelen.
• ENABLE (Inschakelen): DHCP inschakelen.
• DISABLE (Uitschakelen): DHCP uitschakelen.
Opmerkingen:
• Verschijnt enkel als de LAN- of WLAN-interface geselecteerd is.
• De instelling voor de WLAN-interface wordt pas geactiveerd als u de
printer opnieuw inschakelt.
IP ADDRESS (IP-adres)
Instellen van het IP-adres.
Het instelbereik is van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255.
De standaardwaarde is 192.168.001.001.
Opmerkingen:
• Verschijnt enkel als de LAN- of WLAN-interface geselecteerd is.
• De instelling wordt pas geactiveerd als u de printer opnieuw inschakelt.
SUBNET MASK (Subnetmasker)
Instellen van het subnetmaskeradres.
Het instelbereik is van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255.
De standaardwaarde is 255.255.255.000.
Opmerkingen:
• Verschijnt enkel als de LAN- of WLAN-interface geselecteerd is.
• De instelling wordt pas geactiveerd als u de printer opnieuw inschakelt.
GATEWAY ADDRESS (Gateway-adres)
Instellen van het gateway-adres.
Het instelbereik is van 0.0.0.0 tot 255.255.255.255.
De standaardwaarde is 000.000.000.000.
Opmerkingen:
• Verschijnt enkel als de LAN- of WLAN-interface geselecteerd is.
• De instelling wordt pas geactiveerd als u de printer opnieuw inschakelt.
4 Bediening en configuratie
S84-ex/S86-ex Bedieningshandleiding
83