PRINTER TYPE (Printertype)
Instellen van de afdrukmodus.
• DISPENSER: het rugpapier wordt van het afgedrukte etiket afgehaald
terwijl het doorgevoerd wordt naar de voorkant van de printer. Als het
etiket van de printer afgehaald is om op te kleven, dan wordt het
volgende etiket teruggevoerd naar de afdrukpositie. U kunt deze optie
enkel opgeven als u de dispenser geïnstalleerd heeft.
• CONTINUOUS (Doorlopend): het opgegeven aantal media wordt
afgedrukt. Het medium blijft te allen tijde in positie voor afdrukken.
• LINERLESS (Geen rugpapier): tijdens het afdrukken van het
opgegeven aantal etiketten wordt elk etiket afgesneden. U kunt deze
optie enkel opgeven als u het mechanisme voor snijden zonder
rugpapier geïnstalleerd heeft.
BACKFEED MOTION (Terugvoerbeweging)
Het terugvoeren is enkel van toepassing als de afdrukmodus ingesteld is
op dispensermodus.
• AFTER (Na): de voorkant van het volgende etiket terugvoeren nadat
het etiket uitgevoerd is.
• BEFORE (Voor): vóór het afdrukken wordt de voorkant van het
medium teruggevoerd naar de printkoppositie.
PRINT METHOD (Afdrukmethode)
Instellen van de afdrukmethode.
• TRANSFER (Overdracht): afdrukken met een lint.
• DIRECT: afdrukken met direct thermisch papier.
PITCH SENSOR (Pitchsensor)
Inschakelen of uitschakelen van de pitchsensor.
• ENABLE (Inschakelen): de pitchsensor inschakelen.
• DISABLE (Uitschakelen): de pitchsensor uitschakelen .
Opmerking:
Verschijnt enkel als PRINTER TYPE (Printertype) ingesteld is op CONTI-
NUOUS (Doorlopend).
4 Bediening en configuratie
S84-ex/S86-ex Bedieningshandleiding
131