7 Onderhoud en service
Richting
Draaien. De binnenunit wisselt af
tussen de 5 standen.
Auto. De uitblaasrichting van de
binnenunit verandert afhankelijk
van de door een
bewegingssensor gedetecteerde
beweging.
INFORMATIE
Afhankelijk van de lay-out en organisatie van het systeem,
is de automatische stand niet beschikbaar.
INFORMATIE
Voor de instelprocedure van de uitblaasrichting, zie de
uitgebreide
handleiding
gebruikersinterface.
Automatische uitblaasregeling
In de volgende omstandigheden wordt de uitblaasrichting van de
binnenunits automatisch geregeld:
▪ Als de kamertemperatuur hoger is dan het instelpunt voor de
verwarmstand op de controller (inclusief automatische stand).
▪ Als de binnenunits in de verwarmingsstand draaien en de
ontdooifunctie actief is.
▪ Als de binnenunits in de continue stand draaien en de
uitblaasrichting horizontaal is.
WAARSCHUWING
Raak NOOIT de luchtuitlaat of de horizontale bladen aan
terwijl de draaiklep in werking is. Vingers kunnen
vastgeklemd raken of het toestel kan stuk gaan.
OPMERKING
Gebruik de klep bij voorkeur niet in de horizontale stand.
Anders kan er zich vocht of stof gaan afzetten op het
plafond of op de klep.
6.2.4
Luchtstroom met actieve circulatie
Gebruik luchtstroom met actieve circulatie om de kamer sneller te
verwarmen of te koelen.
INFORMATIE
Voor de instelprocedure van de luchtstroom met actieve
circulatie, zie de uitgebreide handleiding of de handleiding
van de gebruikersinterface.
6.3
Gebruik van het systeem
INFORMATIE
Om de bedrijfsstand, de uitblaasrichting, luchtstroom met
actieve circulatie of andere instellingen in te stellen, zie de
uitgebreide handleiding of de gebruiksaanwijzing van de
gebruikersinterface.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
Scherm
of
de
handleiding
van
de
7
Onderhoud en service
7.1
Voorzorgsmaatregelen voor
onderhoud en service
WAARSCHUWING:
koelmiddel onder heel hoge druk.
ALLEEN een erkend persoon mag service aan het
systeem uitvoeren.
OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend
installateur of een servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren.
De
geldende
wetgeving
onderhoudsintervallen vereisen.
VOORZICHTIG: Kijk uit voor de ventilator!
De unit inspecteren met een draaiende ventilator is
gevaarlijk.
Schakel
de
hoofdschakelaar
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
OPMERKING
Voer
NOOIT
zelf
servicewerkzaamheden aan de unit uit. Vraag hier een
erkend servicetechnicus voor. Als eindgebruiker mag u wel
het luchtfilter, het aanzuigrooster, de luchtuitblaas en de
buitenpanelen reinigen.
WAARSCHUWING
Vervang NOOIT een zekering door een zekering met een
andere waarde of andere draden als een zekering is
doorgebrand. Het gebruik van een draad of koperdraad
kan een uitval van de unit of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Controleer na langdurig gebruik of de staander en
bevestiging niet beschadigd zijn. Bij beschadiging dreigt de
unit te vallen en letsel te veroorzaken.
OPMERKING
Veeg het bedieningspaneel van de controller NIET af met
benzine,
thinner,
reinigingsdoeken
producten, enz. Het paneel kan verkleuren of de coating
kan
afschilferen.
Dompel
bedieningspaneel een doek in met water verdund neutraal
detergent, wring de doek goed uit en veeg er dan het
paneel mee schoon. Veeg het daarna af met een andere
droge doek.
VOORZICHTIG
Schakel de voeding volledig uit voordat u de klemmen
aanraakt.
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
Wanneer u de airconditioner of het luchtfilter wilt
schoonmaken, moet u de unit eerst stilleggen en alle
voedingen UITSCHAKELEN. Anders dreigt u elektrische
schokken en letsel op te lopen.
Systeem
bevat
kan
evenwel
kortere
altijd
UIT
alvorens
een
inspectie
van
of
met
chemische
bij
een
sterk
vervuild
FXFN50~112A2VEB
CO₂ Conveni-Pack: binnenunit
3P672850-1A – 2021.07