Advertenties
Performance Program Selectie
Er zijn vier manieren waarop u een Performance kunt
selecteren.
Met de BANK/PROGRAM knoppen
Met de [DEC/NO] en [INC/YES] knoppen
Met de [DATA] knop
Met behulp van Category Search
Het selecteren met de [INC/YES] en [DEC/NO]
knoppen, de [DATA] knop of met behulp van de
Category Search functie geschiedt op dezelfde wijze
als bij het selecteren van een Voice in Voice Play
Mode. Zie bladzijde 60, en vervang tijdens het lezen
het woord "Voice" door "Performance".
Met de BANK/PROGRAM Knoppen
1 Druk op GEHEUGEN [INT] of [EXT] om een Perfor-
mance Geheugen te selecteren. De Performance
Geheugen indicator in de LCD gaat knipperen.
PRE1
PRE 2
DRUM
PFM Play)
INT:128(H16)[Pf:Init Perf ]
EQ Low
EQ Mid
Details over Performance Geheugens vindt u op bladzijde
N.B.
24.
2 Druk op een BANK knop ([A] t/m [H]) om een Bank
te selecteren. De Bank indicator in de LCD gaat
knipperen.
Druk, om een EXT Performance te selecteren, op één
N.B.
van de Bank knoppen ([A] t/m [D]).
PRE1
PRE 2
INT
DRUM
DRUM
A
B
C
A. PIANO
E. PIANO
ORGAN
1
2
3
9
10
11
PFM Play)
INT:128(H16)[Pf:Init Perf ]
EQ Low
EQ Mid
Als u nu op de EXIT knop drukt, wordt het Performance
N.B.
selectieproces afgebroken en wordt de oorspronkelijke
Performance hersteld.
Deze stap is onnodig als de Bank reeds geselecteerd is.
N.B.
Details over Banken vindt u op bladzijde 24.
N.B.
INT
EXT
PLG
DRUM
EQ Hi
-1
EXT
PLG
QUICK
ACCESS
D
E
F
G
H
GTR/BASS
STRINGS
BRASS
SYNTH
OTHER
4
5
6
7
8
12
13
14
15
16
EQ Hi
-1
3 Druk op een PROGRAM knop ([1] t/m [16]) om een
Program Nummer te selecteren.
U kunt de Performances selecteren door het
Geheugen, de Bank en het Program Nummer in
te geven, zoals in de drie bovenstaande stappen
werd uiteengezet. De LCD toont de geselecteerde
Performance.
1
9
Multi Edit
(Volume, Pan, Reverb/Chorus
Send, Note Shift)
Hier kunt u voor iedere Part het uitgangsniveau
(volume), stereo pan en andere parameters instellen
met behulp van de grafische editors in de schermen
3 t/m 7. U kunt bijvoorbeeld het volume en de
pan positie voor iedere Part wijzigen, terwijl u
de synthesizer via een sequencer als multitimbrale
toongenerator gebruikt.
Instelmethode
+0
Dezelfde procedure geldt ook voor de schermen 3 t/m 7.
SHIFT
PAGE
1
1 Selecteer met de [PAGE] knop het scherm.
2 Selecteer met Knop [A] de Part. U kunt kiezen uit
PartPL (Plug-in Part) en Part01 t/m Part16 (Voice
Part 1 t/m 16). Behalve het zevende scherm (Note
Shift) zijn de Common (Layer Common) parameters
voor alle Layer Parts identiek.
De parameterinstellingen voor iedere Part worden
als grafische balk weergegeven, waardoor u een
indruk krijgt van de "eindmix" van het geluid.
U kunt de Parts ook met de GEHEUGEN en PART
knoppen op het bedieningspaneel selecteren. De
knoppen zijn als volgt aan de Parts gerelateerd.
+0
[PRE1/2] knop...........................Common (Layer Common)
[PLG] knop ................................PartPL (Plug-in Part)
PART knoppen [1] t/m [16].......Part01 t/m Part16 (Voice Parts 1 t/m 16)
3 Stel met Knop [B], de [DATA] knop of de [DEC/NO]
en [INC/YES] knoppen de parameters voor iedere
Part in.
104
104
2
3
4
5
10
11
12
13
PFM Mlt) Volume
L
Part01
127 Ä
ÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇÇ›
A
B
C
PART/ELEMENT
2
3
6
7
8
14
15
16
1
2
DATA
Advertenties
Hoofdstukken
