Hoofdstuk 4 User songs maken
Zet nooit de stroom van de JS-5 uit of verwijder nooit de
geheugenkaart uit de JS-5 wanneer Ò
zichtbaar is in de linkse display (wanneer gegevens worden
weggeschreven), aangezien dit het correct wegschrijven van
de gegevens verhindert en latere handelingen ongunstig kan
be•nvloeden.
Het opnamedoel selecteren
Selecteer de user song die als opnamedoel moet worden
gebruikt.
1. Druk op [SONG] waardoor het lampje van de knop
gaat branden.
2. Druk op [USER] of [CARD] om op ÒUSERÓ (de JS-5) of
ÒCARDÓ (geheugenkaart) over te schakelen.
* Als er geen geheugenkaart werd ingevoerd, is het onmogelijk om
ÒCardÓ te selecteren, zelfs niet wanneer men op [CARD] drukt.
3. Draai aan [VALUE] om een song te selecteren.
fig.RE04-01
* Bij een user song zonder opgenomen gegevens verschijnt Ò*Ó
naast het song-nummer.
Een stijl selecteren
1. Druk op [STYLE] waardoor het lampje van de knop
gaat branden.
fig.RE04-50
2. Druk op [SONG/STYLE BANK] en selecteer een
categorie.
* Als er geen geheugenkaart werd ingevoerd, kan men geen user
styles selecteren die op kaart zijn opgeslagen.
3. Draai aan [VALUE] om een stijl te selecteren.
Wanneer u op [START] drukt, wordt de style gespeeld
met de forms die op dat moment geselecteerd zijn.
Net zoals tijdens de opname kan u het tempo van de
geselecteerde style controleren.
Druk op [STOP] wanneer u het tempo gecontroleerd
hebt om de uitvoering te be'indigen en druk daarna op
[RESET].
Gebruik de volgende procedure om het tempo te
veranderen als het tempo te snel (of te traag) is.
1)
Druk op [TEMPO], het knoplamje gaat branden.
2)
Draai aan [VALUE] om het tempo in te stellen.
66
Ó nog steeds
3)
Druk nogmaals op [TEMPO] wanneer u een tempo
hebt gekozen; het lampje van de knop dooft uit.
Een opnametrack selecteren
Wanneer er geen gegevens in
het opnamedoel zijn
1. Druk op [REC] waardoor het lampje van de knop gaat
branden.
[SONG], [CHORD] en [AUDIO TRACK] flikkeren en het
selectiescherm van de Recording Track verschijnt.
fig.RE04-40
* Wanneer een user style geselecteerd is, flikkert [STYLE].
2. Druk op [SONG] of [CHORD] om een opnametrack te
selecteren.
[SONG]:
Form track
[CHORD]:
Chord track
3. Druk op [ENTER].
Het Recording standby- scherm van de geselecteerde
track verschijnt.
fig.RE04-03
Als u de Form Track selecteert
Als u de Chord Track selecteert
Gebruik de volgende procedure wanneer u
van stijl verandert.
1. Druk op [CURSOR
style op te roepen.
fig.RE04-04
2. Druk op [SONG/STYLE BANK] en selecteer een
categorie.
* Als er geen geheugenkaart werd ingevoerd, is het onmogelijk
om user styles die zijn opgeslagen op kaart te selecteren.
Opnametrack
] om het selectiescherm van