Hoofdstuk 1 Overzicht van de JS-5
Over songs
Een enkele song op de JS-5 wordt een song genoemd. De 200
interne songs van de JS-5 worden preset songs genoemd
terwijl de songs die door de gebruiker worden gecre'erd
user songs worden genoemd.
De JS-5 kan maximaal 100 user songs bevatten en men kan
ten hoogste 100 songs bewaren op afzonderlijk verkochte
geheugenkaarten (SmartMedia).
De 200 preset songs zijn per categorie gerangschikt, zoals
ÒRockÓ en ÒJazzÓ.
fig.QS03-01
Song
Style
Form
Intro
• Preset
Track
• User
Code
B7th
Track
Part
Effect
Audio
Track
Over stijlen
Stijlen omvatten tempogroepen, uitvoeringspatronen en
instrumenten (parts) in de begeleidingsgedeelten van elke
categorie. Men kan een song in een bepaald genre cre'ren
door de song op een stijl te baseren.
Elk van de 200 ingebouwde stijlen van de JS-5 wordt een
preset style genoemd, terwijl een stijl die door de gebruiker
wordt gecre'erd een user style wordt genoemd. Men kan
twintig soorten user styles cre'ren.
De JS-5 kan maximaal 20 user styles bevatten en er kunnen
maximum 20 stijlen op afzonderlijk verkochte
geheugenkaarten (SmartMedia).
Verder zijn er, zelfs met stijlen uit dezelfde categorie, lichtjes
verschillende uitvoeringspatronen nodig voor de
verschillende delen van een song (intro, fill-ins, enz.). Een
uitvoeringspatroon van deze soort wordt form genoemd. In
een style kunnen tot acht verschillende forms worden
gebruikt.
Over Parts
Bij het spelen van Style-uitvoeringspatronen worden vier
parts gebruikt: ÒINST 1Ó; ÒINST 2Ó; DRUM en BASS.
fig.RE01-02
Style
Drum
Bass
Drum Kit
Instrument
Verse 1
Ending
E7th
E7th
Inst 1
Inst 2
Instrument
Instrument
Over Tracks (sporen)
Songs beschikken over de volgende drie tracks.
Form track:
Bepaalt de volgorde waarin de intro, de fill-ins, de endings
en de andere forms van de geselecteerde stijl moeten worden
gespeeld.
Chord track:
Bepaalt het akkoordenschema waarin de forms worden
gespeeld.
* De Form track en de Chord track samen worden sequence
tracks genoemd.
Audio track:
Neemt gitaaruitvoeringen, zang en andere klanken op die in
de REC INPUT worden ingevoerd.
* Uitvoeringsgegevens die op de Audio Track werden
opgenomen, worden Òaudio-gegevensÓ genoemd.
Over forms
Hier volgen acht verschillende soorten forms die in elke stijl
kunnen worden ingesteld.
fig.RE01-03
INTRO:
Intro
VERSE 1, 2:
De belangrijkste uitvoeringspatronen. 1 is het basispatroon, 2
is het variatiepatroon.
FILL (Fill-In) 1, 2:
Ornamentale uitvoeringspatronen die op bepaalde punten
worden ingevoegd, bijvoorbeeld waar de ene frase in de
andere overgaat. Selecteer 1 of 2 afhankelijk van de form die
op de fill-in volgt.
BREAK 1, 2:
Blanco stukken die een melodie of een ritme tijdelijk
stopzetten. Er kunnen twee verschillende breaks worden
voorbereid.
ENDING:
Uitvoeringspatronen die dienen als het slotgedeelte van een
muziekcompositie.
55