Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Problemen Verhelpen - Danfoss VLT Midi Drive FC 280 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Midi Drive FC 280:
Inhoudsopgave

Advertenties

Onderhoud, diagnose en prob...

8.5 Problemen verhelpen

Symptoom
Mogelijke oorzaak
Stop via LCP
Ontbrekend startsignaal (stand-by)
Motorvrijloopsignaal actief (motor
loopt vrij)
Motor loopt niet
Verkeerde bron voor referentie-
signaal
Draaibegrenzing motor
Motor draait in
verkeerde richting
Omkeersignaal actief
Aansluiting motorfase verkeerd
Frequentielimieten zijn verkeerd
ingesteld
De motor bereikt
het maximale
toerental niet
Referentiesignaal niet correct
geschaald
Motortoerental is
Parameterinstellingen mogelijk
instabiel
verkeerd
Motor draait
Mogelijke overmagnetisering
ongelijkmatig
Remparameters mogelijk verkeerd
Motor remt niet
ingesteld. Uitlooptijden mogelijk te
kort.
MG07A510
Bedieningshandleiding
Test
Controleer of [Off] werd ingedrukt.
Controleer of parameter 5-10 Klem 18
digitale ingang correct is ingesteld
voor klem 18 (gebruik standaardin-
stelling).
Controleer of parameter 5-12 Terminal
27 Digital Input correct is ingesteld
voor klem 27 (gebruik standaardin-
stelling).
Controleer het volgende:
Is het referentiesignaal lokaal,
extern of een busreferentie?
Is er een digitale referentie actief?
Is de klemaansluiting correct?
Is de schaling van de klemmen
correct?
Is het referentiesignaal
beschikbaar?
Controleer of
parameter 4-10 Draairichting motor
correct is geprogrammeerd.
Controleer of er een omkeer-
commando voor de klem is
geprogrammeerd via parametergroep
5-1* Digitale ingangen.
Wijzig parameter 1-06 Clockwise
Direction.
Controleer de uitgangslimieten in
parameter 4-14 Motorsnelh. hoge begr.
[Hz] en parameter 4-19 Max.
uitgangsfreq.
Controleer de schaling van het
referentiesignaal in parametergroep 6-
** Analoog In/Uit en parametergroep
3-1* Referenties.
Controleer de instellingen van alle
motorparameters, inclusief alle
motorcompensatie-instellingen. Bij een
regeling met terugkoppeling:
controleer de PID-instellingen.
Controleer de motorinstellingen in alle
motorparameters.
Controleer de remparameters.
Controleer de ramp-tijdinstellingen.
Danfoss A/S © 08/2018 Alle rechten voorbehouden.
Oplossing
Druk op [Auto On] of [Hand On]
(afhankelijk van de bedieningsmodus)
om de motor te activeren.
Geef een geldig startsignaal om de
motor te starten.
Schakel 24 V op klem 27 of stel de
klem in voor [0] Niet in bedrijf.
Programmeer de juiste instellingen.
Programmeer de actieve digitale
referentie in parametergroep 3-1*
Referenties. Controleer op een juiste
bedrading. Controleer de schaling van
de klemmen. Controleer het referen-
tiesignaal.
Programmeer de juiste instellingen.
Schakel het omkeersignaal uit.
Programmeer de juiste limieten.
Programmeer de juiste instellingen.
Controleer de instellingen in parame-
tergroep 6-** Analoog In/Uit.
Controleer de motorinstellingen in
parametergroep 1-2* Motordata, 1-3*
Geav. motordata en 1-5* Bel. onafh.
inst.
Controleer parametergroep 2-0* DC-
rem en 3-0* Ref. begrenz.
8
8
57

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave