TIPS VOOR HET RIJDEN, ECO-MODUS
Het brandstofverbruik is goedgekeurd over-
eenkomstig een voorgeschreven standaard-
methode. Deze methode is voor alle auto-
fabrikanten hetzelfde en maakt het mogelijk
om auto's met elkaar te vergelijken. Het
werkelijke verbruik is afhankelijk van de ge-
bruiksomstandigheden van de auto, de uit-
rustingen en de rijstijl. Raadpleeg voor een
optimaal brandstofverbruik onderstaande
aanbevelingen.
Afhankelijk van de auto beschikt u over ver-
schillende functies die u kunnen helpen het
brandstofverbruik te verminderen:
– de toerenteller;
– Indicatielampje voor overschakelen naar
de volgende versnelling;
– stand ECO;
– De functie Stop and Start
2.26
(1/4)
1
Indicatielampje voor
overschakelen naar de volgende
2.9 .
versnelling 1
Afhankelijk van de auto geeft een waar-
schuwingslampje op het instrumentenpa-
neel het beste moment aan om naar een
hogere of lagere versnelling te schakelen
om het brandstofverbruik zo laag mogelijk
te houden:
ä
schakel een hogere versnelling in;
æ
schakel een lagere versnelling in.
1
Als u deze indicator regelmatig volgt, daalt
het brandstofverbruik van uw auto.