RUITENWISSER, -SPROEIER VOOR
Bijzondere stand van
de ruitenwisser voor
(onderhoudsstand)
In deze stand kunnen de bladen worden op-
getild om ze van de voorruit te verwijderen.
Dit kan nuttig zijn:
– om de bladen te reinigen;
– om de bladen van de voorruit los te
maken in winterse weersomstandighe-
den;
– vervang de bladen.
5.48 .
Zet, met contact aan of draaiende motor, de
schakelaar 1 twee keer in de stand A (één
wisbeweging). De bladen stoppen in een
stand waarbij de motorkap vrij is.
Om de bladen terug te zetten in de laagste
stand, met het contact aan, moet u ervoor
zorgen dat de ruitenwissers zijn neergeklapt
op de voorruit. Zet daarna de schakelaar 1 in
stand A (één wisbeweging).
Voordat u het contact aanzet, moet u de
ruitenwissers op de voorruit zetten. Anders
kunnen de motorkap of de wissers bescha-
digd raken wanneer deze worden ingescha-
keld.
(4/5)
1
Voordat u iets aan de voorruit
doet (wassen, ontdooien, rei-
nigen, enz.), zet u de schake-
laar 1 in stand B (uit).
Risico van verwonding en/of bescha-
digingen.
A
B
C
D
E
Wanneer er zich obstakels op de voor-
ruit bevinden (vuil, sneeuw, ijs ...), maakt
u de voorruit (inclusief de centrale zone
achter de binnenspiegel) schoon voor-
dat u de ruitenwissers inschakelt (risico
op oververhitting van de motor).
Als een obstakel de beweging van een
blad verhindert, kan dat blad stoppen
met wissen. Verwijder het obstakel en
schakel de ruitenwisser opnieuw in met
de ruitenwisserschakelaar.
1.113