GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
ingeschakeld wordt de resterende uitlooptijd
weergegeven.
7.10.2.1 Reset van de uitlooptijd op de GalaXy
8, 18, 60 en 500
Als tijdens de uitlooptijd een zone open staat of
geopend wordt, laat de E/E signalering een snel
onderbroken toon horen. De geopende zone wordt
op het LC-display getoond. Als er meerdere zones
geopend zijn kan met de [A]-toets en de [B]-toets
gekeken worden welke zones er geopend zijn.
Het sluiten van de zone(s) reset en herstart de
uitlooptijd.
7.10.2.2 Reset van de uitlooptijd op de GalaXy
512
Als de systeemparameter 24 Uitwijk Alarm is
uitgeschakeld (standaard) signaleert de E/E
signalering door een snelle onderbroken toon als
er een zone geopend is tijdens de uitlooptijd. Op
het LC-display wordt de zone getoond die
geopend is. Als er meerdere zones geopend zijn
kan met de [A]-toets en de [B]-toets gekeken
worden welke zones er open staan.
Zones met de functie Laatste, In/uitgang en Puls
Aan (01, 07, 10, 11 en 12) hebben een afwijkende
invloed op de uitlooptijd. De E/E signalering geeft
een korte onderbroken toon, op de LC-display
wordt de geopende zone niet getoond.
7.10.2.3 Einde van uitlooptijd
Als de uitlooptijd voor 75% verstreken is, gaat de
E/E signalering van een continu toon over in een
onderbroken toon om aan te geven dat de
uitlooptijd bijna verstreken is.
7.10.2.4 Einde van de uitlooptijd door [0]-toets
De uitlooptijd kan worden beëindigd, zodat het
GalaXy systeem direct inschakeld, door het
indrukken van de [0]-toets. Hiertoe moet in
menuoptie 51 parameters de parameter 10 Toets
0 op 1=Ingeschakeld worden gezet.
7.10.3 Overbrugde zones
Als in het GalaXy systeem zones zijn overbrugd
dan wordt tijdens de inschakelprocedure op het
LC-display aangegeven hoeveel zones er
overbrugd zijn.
7.10.4 Indicatie "Ingeschakeld"
Aan het einde van de uitlooptijd is de E/E
sinalering vier seconden stil. In deze periode kan
de laatste deur worden afgesloten en de
23-6-99 8:21 rev. 4
detectoren in rust komen. Twee lange tonen van
de E/E signalering bevestigen de inschakeling. Op
het LC-display verscijnt de tekst "Ingeschakeld".
7.10.5 Blokken logisch schakelen
Als aan blokken in het GalaXy systeem een
voorwaarde is toegekend met de optie logisch
schakelen (63.1.2 Optie
BLK/MAX.Blokken.Logisch Schak) dan kan het
betreffende blok alleen inschakelen als aan de
geprogrammeerde voorwaarde is voldaan.
Worden er meerdere blokken gelijktijdig
ingeschakeld, waarbij voor één bepaald blok niet
aan de inschakelvoorwaarde wordt voldaan, dan
schakelen alleen de overige blokken in. Er is geen
indicatie dat het blok niet is ingeschakeld.
Als door de voorwaarde van het logisch schakelen
geen enkel blok kan inschakelen, dan verschijnt er
een melding op het LC-display.
7.10.6 Niet ingeschakeld (Fail To Set)
De GalaXy 60, 500 en 512 hebben een
uitgangsfunctie 40 Niet Ingesch. beschikbaar.
Deze uitgang wordt geactiveerd als het systeem
niet is ingeschakeld na een geprogrammeerde
periode. Deze periode wordt gestart aan het
begin van de inschakelprocedure. De periode
wordt ingesteld in menuoptie 51.35
Parameters.Niet Ingesch.
7.10.7 Ingangstijd
De ingangstijd is de periode die ligt tussen het
starten van de uitschakelprocedure tot het
moment van uitschakelen.
Het GalaXy systeem start de uitschakelprocedure
als een zone met de functie Laatste of In/uitgang
wordt geactiveerd. De E/E signalering laat een
trage onderbroken toon horen en het aftellen van
de inlooptijd wordt gestart.
De gebruiker gaat direct, via de afgesproken
route, naar het bediendeel om daar het systeem
uit te schakelen, voordat de inlooptijd verstreken
is.
Als de inlooptijd voor 75% verstreken is gaat de
E/E signalering van een trage onderbroken toon
over in ee snelle onderbroken toon.
7.10.7.1
Overschrijding van de
inlooptijd
Als de uitschakeling niet plaatsvindt voordat de
inlooptijd is verstreken, dan geeft het GalaXy
systeem een volledig alarm. In de systeemlog
In/Uitschakelopties
- Pagina 55 -