GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
6.7
De voeding
Het GalaXy systeem moet gevoed worden met
12VDC. Zowel de GalaXy alarmmeldcentrale als
alle modules kunnen worden gevoed vanuit de
PSU. Als de totale stroom van alle aangesloten
modules groter is dan de maximale stroom die de
PSU kan leveren, dan moet er een extra PSU
worden toegepast.
Een extra PSU moet ook worden toegepast als de
kabelafstand tussen de PSU en de belasting te
groot wordt, waardoor de spanningsval over de
kabel te groot wordt.
Tot slot kan een extra PSU worden toegepast als
dit installatietechnisch noodzakelijk is.
6.7.1
Toepassen van meerdere voedingen
Als in het GalaXy systeem meerdere PSU's
worden toegepast, dan moeten deze nooit parallel
worden geschakeld. Alle toegepaste PSU's
moeten 12VDC zijn.
De 0VDC van de PSU's moeten met elkaar
worden doorverbonden. Het achterwege laten van
deze doorverbinding kan communicatiefouten en
gebrekkig functioneren van het systeem tot gevolg
hebben.
6.7.2
Berekenen van de spanningsval over
een kabel
De spanningsval over een kabel wordt door drie
elementen bepaald:
• de karakteristieke weerstand van de kabel;
• de stroom die door de kabel loopt;
• de lengte van de kabel.
De karakteristieke weerstandswaarde van de
kabel wordt opgegeven door de fabrikant van de
kabel. De waarde is ondermeer afhankelijk van de
aderdiameter, het geleidend medium, soort kern
(soepel of vast).
De stroom die door de kabel loopt, moet bij de
berekening bepaald worden in het meest
ongunstige geval (worst case). Hiermee worden
onverwachte situatie tot een minimum beperkt. De
stroom die door de kabel loopt is de som van de
maximale stroomverbruiken van alle aangesloten
belastingen (modules, detectoren, signaalgevers,
etc.).
23-6-99 8:21 rev. 4
Bekabelingsvoorschriften: Voeding
De lengte van de kabel is gelijk aan twee maal de
afstand van de PSU tot de meest veraf gelegen
belasting (de stroom vloeit immers terug naar de
voeding).
Bv.: De kabelafstand van de PSU tot de meest
veraf gelegen belasting is 300m. Het totale
stroomverbruik bedraagt 100mA. De
karakteristieke weerstandswaarde van de kabel
-3 Ω/m.
E
bedraagt 50
De formule voor het berekenen van de
spanningsval (U
) over de kabel luidt:
KABEL
R
= R
x l
KABEL
KARAKTERISTIEK
U
= i
x R
= i
KABEL
TOTAAL
KABEL
E
100mA x (50
KABEL
x (R
x l
TOTAAL
KARAKTERISTIEK
-3 Ω/m x 600m) = 3V
- Pagina 44 -
) =
KABEL