Download Print deze pagina

Honeywell GalaXy 8 Installateurs Handleiding pagina 125

Verberg thumbnails Zie ook voor GalaXy 8:

Advertenties

GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
de GalaXy alarmmeldcentrale boven de 10,5 V
komt of als de genoemde zone weer sluit.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.16 Brand (GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Brand wordt
aangestuurd als een zone met de functie 19
Brand wordt geactiveerd.
Bijzonderheden:
De uitgang wordt niet beïnvloed door de
parameter Aantal Resets (menuoptie 51.8). De
uitgang blijft actief tot een geldige
gebruikerscode (niveau 2 of hoger) wordt
ingetoetst.
8.29.6.17 Luidspreker (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
• Een uitgang met de functie Luidspreker wordt
in bijna alle gevallen aangestuurd bij een lokaal
en volledig alarm.
• Bijzonderheden:
De functie wordt beïnvloed door de parameters
Sirene tijd, Sirene Vertraging en Aantal Resets
(respectievelijk menuoptie 51.1, 51.2 en 51.8).
8.29.6.18 E/E Signalering (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie E/E Signalering
heeft een dubbele functie.
In geval van een alarm is de functie gelijk aan
uitgangsfunctie 17 Luidspreker.
Tijdens de in- en uitschakelprocedure geeft de
uitgang een indicatie van de status van het
systeem.
Status
Alarm
Klaar om in te schakelen (uitlooptijd)
Zone open tijdens uitlooptijd
75 % van uitlooptijd verstreken
Ingeschakeld
Inlooptijd
75 % van de inlooptijd verstreken
Brand
Aan/Uit ( msec)
500/500
Continu
100/100
200/200
600/600 (twee maal)
800/200
200/200
500/100
Menuoptie 53: Programmeren Uitgangen
Deurbel functie
Tabel 0-11: Betekenis E/E Signalering
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.19 Deelbeveiligd (GalaXy 8, 18, 60, 500
en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Deelbeveiligd wordt
aangestuurd als één van de toegekende
blokken deelbeveiligd zijn ingeschakeld. De
functie volgt de status van het systeem of de
blokken, deelbeveiligd of uitgeschakeld.
• Bijzonderheden: Geen
8.29.6.20 Bevestig (GalaXy 8, 18, 60, 500 en
512)
• Status: Vasthoudend
• Polariteit: Positief
• Trigger:
Een uitgang met de functie Bevestig wordt
aangestuurd als twee verschillende zones
worden geactiveerd. De activatie van de
tweede zone moet tussen de 5 en 300
seconden na de eerste plaatsvinden. De zones
hoeven niet in hetzelfde blok te zijn ingedeeld,
maar de uitgang moet dan wel zijn toegekend
aan beide blokken om te kunnen wordt
geactiveerd
• Bijzonderheden: Geen
NOOT: De functie is bedoeld om aan te geven
dat er daadwerkelijk een indringer in
het beveiligde object is, zogenaamde
AB-alarm. Het reduceert onnodig
alarmen.
8.29.6.21 PTT Lijn GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512)
• Status: Meegaand
• Polariteit: Positief
• Trigger: Een uitgang met de functie PTT Lijn
wordt aangestuurd als er een zone met de
functie 24 PTT lijn wordt geactiveerd of als de
modem/kiezer voor ongeveer 90 seconden
geen lijnspanning heeft.
• Bijzonderheden:
• De manier waarop de modem/kiezer het
wegvallen van de lijn bepaalt wordt ingesteld in
menuoptie 56.1.10
Modem/Kiezer.Modem/Kiezer.Lijndetectie.
500/400 (twee maal)
- Pagina 125 -

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Galaxy 18Galaxy 60Galaxy 500Galaxy 512