GalaXy 8, 18, 60, 500 en 512
Installateurshandleiding
8.41.2.2
2=Vooralarm
De vooralarm periode kan worden ingesteld
tussen de 0 en 50 min. en gaat direct aan de
automatische inschakeling vooraf. De periode is
bedoeld om de gebruikers te waarschuwen dat het
systeem automatisch gaat inschakelen.
Gedurende de Vooralarm-periode zijn de
uitgangen met de functie 48 Vooralarm continu
geactiveerd. De uitgangsfunctie is pulsend
geactiveerd als verlenging niet mogelijk is.
Aan het einde van het vooralarm vangt de
automatische inschakelprocedure aan.
NOOT: Als tijdens het vooralarm op de [esc]-
toets wordt gedrukt, dan begint het
aftellen van de ingestelde Vooralarm
periode opnieuw.
8.41.2.3
3=Verlenging
De verlenging is de periode dat de automatische
inschakelprocedure wordt vertraagd na het
intoetsen van een geldige code tijdens de
vooralarm periode. In ieder blok kan een
verlenging worden ingesteld van 0 tot 400
minuten.
Op de GalaXy 500 kan de Verlenging
ongelimiteerd worden aangevraagd.
In menuoptie 45.4 Klok Aan/Uit.Laat Werk wordt
de volmacht gegeven om een verlenging aan te
vragen tijdens het vooralarm. Als deze optie is
uitgeschakeld kan er geen verlenging worden
aangevraagd.
Verlenging kan ook niet meer aangevraagd
worden als de automatische inschakelprocedure is
gestart.
Op de GalaXy 512 kan na 23.00 uur geen
verlenging meer worden aangevraagd.
8.41.2.4
4=Geforceerd
De submenuoptie 4=Geforceerd is alleen
beschikbaar op de GalaXy 500.
Als submenuoptie 4=Geforceerd is ingesteld op
1=Aan, dan zullen alle zones, die tijdens de
automatische inschakelprocedure open staan,
overbrugd worden, ongeacht de instelling van het
attribuut Overbrugbaar van de betreffende zone.
Zones met een vertraagde functie (zoals laatste,
volg, etc) worden niet overbrugd.
Als een zone met een vertraagde functie open
staat, en niet overbrugbaar is, dan worden de
uitgangen met de functie 40 Niet Ingeschakeld
aangestuurd, na de ingestelde periode in
parameter 35 Niet Ingeschakeld (menuoptie 51).
Tevens wordt er een volledig alarm gegenereerd.
8.41.2.5
Autoset geheugen
In het Autoset geheugen worden de automatische
in- en uitschakeltijden geprogrammerd.
Als de submenuoptie geselecteerd wordt
verschijnt op de bovenste regel van het LC-display
de eerste schakeltijd. Als er nog geen tijden zijn
ingevoerd, dan staat op de bovenste regel alleen
"*"-tekens (asteriks).
Met de [A]-toets en de [B]-toets kan door de
geprogrammeerde schakeltijden gestapt worden.
Druk op de [ent]-toets als de te wijzigen
schakeltijd op de bovenste regel staat (of de regel
met de "*"-tekens (asteriks)).
*
Wist de schakeltijd
A of B Stelt de dag van de week in
#
Stelt de schakeltijd in op in- of
uitschakeltijd (Vast op AAN op de GalaXy
512).
0-9
Stelt de tijd in (24 uur formaat)
Druk op de [ent]-toets om de instelling te bewaren.
8.41.2.6
Lockout status (GalaXy 512)
Ieder blok kan worden gerogrammeerd met 20
Lockouttijden over een periode van 7 dagen.
De Lockouttijden kunnen willekeurig als "AAN"-
tijden en "UIT"-tijden worden geprogrammeerd.
Als Lockout wordt toegekend aan een blok, dan
wordt het blok uitgsloten op de Lockout "AAN"-tijd,
of als het blok wordt ingeschakeld, afhankelijk van
wat het eerste plaatsvindt.
Als een blok is uitgesloten kan deze niet worden
uitgeschakeld. Alleen als er een alarm plaats vindt
kan een uitgesloten blok worden uitgeschakeld.
Als een blok is uitgesloten, dan zijn de uitgangen
met de functie 70 Lock Out geactiveerd. Op het
LC-display verschijnt een "L" onder de uitgesloten
blokken als het blokstatus scherm wordt getoond.
Een geldige code met niveau 2 of hoger kan het
alarm opheffen en resetten als het betreffende
blok is uitgesloten, mits de code is toegekend aan
het blok.
Een blok kan alleen worden uitgeschakeld na de
Lockout "UIT"-tijd. Als er geen Lockouttijden zijn
toegekend aan een blok kan het altijd
uitgeschakeld worden met een geldige code.
Menuoptie 65: Klok
- Pagina 164 -