Beveiligingen
Vergrendeling
Om te vermijden dat iemand het kook-
vlak en de kookzones onverhoeds in-
schakelt of instellingen wijzigt, is uw
toestel uitgerust met een vergrendeling.
De vergrendeling kan u in werking zet-
ten zowel terwijl het toestel uitgescha-
keld als in werking is.
Activeert u de vergrendeling bij uitge-
schakeld kookvlak, dan kan u het
kookvlak niet meer inschakelen.
Zet u de vergrendelfunctie tijdens de
werking aan, dan kan u het toestel nog
enkel in beperkte mate bedienen:
– De vermogens van de kookzones en
de timerinstellingen kan u niet meer
wijzigen.
– De kookzones en het kookvlak kan u
enkel nog uitschakelen, daarna ech-
ter niet meer inschakelen.
22
Downloaded from www.vandenborre.be
Zo schakelt u de vergrendeling in:
^ Raak de schakeltoets voor de ver-
grendeling $ aan tot het controle-
lampje erboven verlicht wordt.
Even later gaat het controlelampje uit.
Het gaat weer aan ten teken dat de ver-
grendeling ingeschakeld is indien u
– de schakeltoets voor de vergrende-
ling $ aanraakt.
Zo schakelt u de vergrendeling uit:
^ Raak de schakeltoets voor de ver-
grendeling $ aan tot het controle-
lampje erboven uitgaat.
U kan de instelling voor de vergrende-
ling wijzigen. U kan namelijk met 1
ofwel met 3 vingers vergrendelen; zie
rubriek Programmering, punt P 4. Hier-
mee maakt u het kinderen bv. moeilijker
om het toestel te bedienen.
Denk erom dat de vergrendeling
door een stroomonderbreking wordt
uitgeschakeld.