knop.
Als u op de knop drukt waaraan [Scherpstelstandaard] is toegewezen, kunt u opnemen terwijl de
positie van het scherpstellingsbereikzoekerframe verandert door op de boven-/onder-/linker-
/rechterkant van het besturingswiel te drukken. Als u de opname-instellingen wilt veranderen met
behulp van het besturingswiel, drukt u op
Opmerking
Wanneer [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Continue AF] en [Scherpstelgebied] is
ingesteld op [Breed] of [Zone], kan het bereikzoekerframe veranderen nadat is
scherpgesteld.
Wanneer de functiekeuzeknop in de stand
bewegende beelden, kunt u [AF-vergrendeling] niet selecteren voor [Scherpstelgebied].
U kunt [AF-vergrendeling] alleen selecteren wanneer de scherpstellingsfunctie is
ingesteld op [Continue AF].
Een rechthoekige stippellijn kan worden afgebeeld rond het hele scherm in het helder-
beeldzoom-, digitale-zoom- of slimme-zoombereik om scherp te stellen met behulp van
het hele frame.
[68] Hoe te gebruiken
Fasedetectie-AF
Wanneer er fasedetectie-AF-punten binnen het gebied van de automatische scherpstelling
liggen, gebruikt het apparaat de gecombineerde automatische scherpstelling van de
fasedetectie-AF en contrast-AF.
Opmerking
Wanneer de F-waarde is ingesteld op F9.0 of hoger, kunt u de fasedetectie-AF niet
gebruiken. Alleen contrast AF is beschikbaar.
Fasedetectie-AF is alleen beschikbaar wanneer een geschikte lens is bevestigd. Als u
een lens gebruikt die scherpstellingsvlak-fasedetectie AF niet ondersteunt, kunt u
[Automatische AF], [
Bovendien, zelfs wanneer u een eerder aangeschafte, geschikte lens gebruikt, werkt de
fasedetectie-AF mogelijk niet als u de lens niet updatet.
[69] Hoe te gebruiken
Centr. AF-vergrend.
De opnamefuncties gebruiken
Gevoel. AF-volg.] of [
De opnamefuncties gebruiken
in het midden van het besturingswiel.
(Film) staat en tijdens het opnemen van
Scherpstellen
AF-snelheid] niet gebruiken.
Scherpstellen