de tweede opname.
(Continue AF):
Het apparaat blijft scherpstellen zo lang u de ontspanknop tot halverwege ingedrukt houdt.
Gebruik dit wanneer het onderwerp in beweging is.
(D. handm. sch.):
Maakt het mogelijk om handmatig scherp te stellen in combinatie met automatisch
scherpstellen.
(H. scherpst.):
Stelt handmatig scherp. Als u niet kunt scherpstellen op het bedoelde onderwerp met behulp
van de automatische scherpstelling, gebruikt u de handmatige scherpstelling.
Opmerking
Als het onderwerp te dichtbij is, kunnen stof of vingerafdrukken op de lens zichtbaar zijn
op het beeld. Veeg de lens schoon met een zachte doek of iets dergelijks.
Als [Scherpstelfunctie] is ingesteld op [Continue AF], wordt de pieptoon niet voortgebracht
nadat is scherpgesteld.
[Automatische AF] is alleen beschikbaar wanneer u een lens gebruikt die ondersteuning
biedt voor fasedetectie AF.
Wanneer [Scherpstelgebied] is ingesteld op [Breed] of [Zone], kan het bereikzoekerframe
veranderen nadat u hebt scherpgesteld met de functie [Automatische AF].
Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kan de kijkhoek beetje bij beetje veranderen tijdens
het scherpstellen. Deze verandering in de kijkhoek is mogelijk duidelijker wanneer de
scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Continue AF] (AF-C) of [Automatische AF] (inclusief
[Sportactie] als scènekeuzefunctie en wanneer het onderwerp beweegt tijdens het
opnemen in de functie [Automatische AF] (AF-A)). Dit heeft geen invloed op de werkelijk
opgenomen beelden. Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische
dienst van Sony en vraag informatie over de lenzen die geschikt zijn.
Hint
Als u bewegende beelden opneemt terwijl [Scherpstelfunctie] is ingesteld op
[Enkelvoudige AF] of [D. handm. sch.], verandert [Scherpstelfunctie] automatisch in
(Continue AF) waarna het scherpstellen verder gaat.
[67] Hoe te gebruiken
Scherpstelgebied
Selecteert het scherpstelgebied. Gebruik deze functie wanneer het moeilijk is goed scherp
te stellen in de automatische scherpstellingsfunctie. Deze instelling is van toepassing op
zowel stilstaande beelden als bewegende beelden.
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen