2. MENU →
Als [Modusdraaiknopsch.] is ingesteld op [Aan], kunt u de gewenste instellingen
selecteren nadat u de stand van de functiekeuzeknop hebt veranderd.
3. Druk op de MOVIE (bewegend-beeld)-knop als u het opnemen wilt starten.
Druk nogmaals op de MOVIE-knop als u het opnemen wilt stoppen.
Menu-onderdelen
Autom. programma:
Stelt u in staat op te nemen met automatisch ingestelde belichting (zowel de sluitertijd als de
diafragmawaarde).
Diafragmavoorkeuze:
Maakt het mogelijk om op te nemen nadat de diafragmawaarde handmatig is ingesteld.
Sluitertijdvoorkeuze:
Maakt het mogelijk om op te nemen nadat de sluitertijd handmatig is ingesteld.
Handm. belichting:
Maakt het mogelijk om op te nemen nadat de belichting handmatig is ingesteld (zowel de
sluitertijd als de diafragmawaarde).
[47] Hoe te gebruiken
Zoom
Als een zoomlens is bevestigd, kunt u beelden vergroten door de zoomring van de lens te
draaien.
1. Draai de zoomring van de zoomlens om het onderwerp te vergroten.
Wanneer een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd, bedient u de zoomknop
van de zoomlens of de zoomring om het onderwerp te vergroten.
Over andere [Zoom]-functies dan de optische zoom
Als u [Zoom-instelling] instelt op iets anders dan [Enkel optische zoom], kunt u andere
zoomfuncties gebruiken dan de optische zoom.
Als een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd:
Als het zoombereik van de optische zoom wordt overschreden wanneer u de zoomknop of
de zoomring bedient, schakelt de camera automatisch over naar een andere zoomfunctie
dan de optische zoom.
Als een andere lens dan een elektrisch bediende zoomlens is bevestigd:
(Camera- instellingen) → [Film] → gewenste instelling.
De opnamefuncties gebruiken
De zoom gebruiken