Het beeld is onscherp.
Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Controleer de minimale afstand waarop de lens
kan scherpstellen.
Er is onvoldoende omgevingslicht.
[Scherpstelfunctie] is ingesteld op [H. scherpst.]. Stel [Scherpstelfunctie] in op een andere
instelling dan [H. scherpst.].
[321] Probleemoplossing
opnemen
De kijkhoek verandert beetje bij beetje tijdens het
opnemen van beelden.
Afhankelijk van de lens die u gebruikt, kan de kijkhoek beetje bij beetje veranderen tijdens
het scherpstellen. Deze verandering in de kijkhoek is mogelijk duidelijker wanneer de
scherpstellingsfunctie is ingesteld op [Continue AF] (AF-C) (inclusief [Sportactie] als
scènekeuzefunctie). Dit heeft geen invloed op de werkelijk opgenomen beelden.
Neem contact op met uw Sony-dealer of de plaatselijke technische dienst van Sony en
vraag informatie over de lenzen die geschikt zijn.
[322] Probleemoplossing
opnemen
[Eye-Start AF] werkt niet.
[
Eye-Start AF] is alleen beschikbaar wanneer een vattingadapter (LA-EA2, LA-EA4)
(los verkrijgbaar) is bevestigd.
Stel [
Eye-Start AF] in op [Aan].
[323] Probleemoplossing
opnemen
De zoomfunctie werkt niet.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Stilstaande/bewegende beelden
Stilstaande/bewegende beelden
Stilstaande/bewegende beelden