Stelt de AF-aandrijfsnelheid in op langzaam. Met deze functie verandert de scherpstelling
soepel wanneer het onderwerp waarop moet worden scherpgesteld wordt veranderd. Deze
functie is handig voor het opnemen van indrukwekkende beelden.
[90] Hoe te gebruiken
Gevoel. AF-volg. (bewegende beelden)
Bij het opnemen van bewegende beelden kunt u de duur van AF-volgen instellen.
1. MENU →
Menu-onderdelen
Hoog:
Stelt de AF-volgduur in op hoog. Deze functie is handig bij het opnemen van bewegende
beelden waarbij het onderwerp snel beweegt.
Normaal:
Stelt de AF-volgduur in op normaal. Deze functie is handig wanneer u een bepaald
onderwerp scherpgesteld wilt houden terwijl er enkele obstakels voor het onderwerp staan,
of op drukbezochte plaatsen.
[91] Hoe te gebruiken
De exacte afstand tot een onderwerp meten
De
-markering geeft de locatie van de beeldsensor* aan. Wanneer u de exacte afstand
meet tussen het apparaat en het onderwerp, kijk dan naar de positie van de horizontale lijn.
De afstand van het lenscontactoppervlak tot de beeldsensor is ongeveer 18 mm.
*
De beeldsensor is het onderdeel dat de lichtbron omzet in een digitaal signaal.
De opnamefuncties gebruiken
(Camera- instellingen) → [
De opnamefuncties gebruiken
Scherpstellen
Gevoel. AF-volg.] → gewenste instelling.
Scherpstellen