4.3.1 Uitsparing in de behuizing aanbrengen
• Plak de meegeleverde boorsjabloon met plakband
op het dak van de behuizing.
Op de boorsjabloon zijn maatlijnen aangebracht
t.b.v. de montage van uw koelaggregaat.
Letselgevaar!
Verwijder zorgvuldig alle scherpe randen
van de uitsparingen om letsel te voor-
komen.
• Breng de uitsparingen inclusief de lijnbreedte
volgens de boorsjabloon aan.
Verwijder de scherpe randen van de uitsparingen.
4.3.2 Koelaggregaat opbouwen
• Plak het meegeleverde afdichtingsframe op de
dakplaat met uitsparing.
Afb. 6:
Afdichtingsframe op dakplaat
• Plak de meegeleverde isolatieplaat onder de
kunststof bodemplaat van het koelaggregaat
(alleen SK 3383.xxx, SK 3384.xxx, SK 3385.xxx).
Afb. 7:
Isolatieplaat onder de kunststof bodemplaat van
het koelaggregaat
• Plak de meegeleverde extra afdichting op de
onderzijde van de condensopvang (zie afb. 8).
Vouw de afdichting bij de geperforeerde randen
omhoog en plak de afdichting vast.
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding RITTAL koelaggregaat
4 Montage en aansluiting
Afb. 8:
Extra afdichting voor condensopvang aanbrengen
• Plaats het koelaggregaat op het dak van de
behuizing.
• Draai de meegeleverde dubbele schroefdraad-
bouten in de boringen van de kunststof bodem-
plaat aan de onderzijde van het koelaggregaat
met max. 5 Nm vast.
• Bevestig het aggregaat met de meegeleverde
ringen en moeren.
Opmerking:
Om een duurzame afdichting tussen koel-
aggregaat en
behuizing
het montageoppervlak eventueel te worden
verstevigd of ondersteund. Dit geldt vooral
bij grote dakoppervlakken.
Afb. 9:
Dakplaatversteviging bij TS 8 kast
Toebehoren voor dakplaatversteviging bij TS:
Montagerail
Schuifmoer
Montage-bevestigingsprofiel
Insteekmoer
(zie ook toebehoren in het RITTAL-handboek)
NL
te bereiken, dient
9