Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage Afronden; Filtermedia Inbouwen; Montage Koelaggregaat Voltooien; Filtermatbewaking Instellen (Alleen Bij Comfortcontroller) - Rittal SK 3359. Series Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.7 Montage afronden

4.7.1 Filtermedia inbouwen

De complete condensor van het koelaggregaat is
voorzien van een vuilafstotende resp. gemakkelijk te
reinigen RiNano-coating. In veel situaties is daarom
de toepassing van filtermedia overbodig, vooral in
omgevingen met droog stof.
Bij droge, grove stofdeeltjes en pluisjes in de lucht in
de behuizing dient een extra filtermat van PU-schuim
(als toebehoren leverbaar) in het koelaggregaat te
worden ingebouwd. In omgevingen met oliehouden-
de lucht raden wij metalen filters aan (eveneens
toebehoren). Bij toepassing in textielbedrijven met
sterke pluisvorming dienen pluiszeven te worden
toegepast (als optie leverbaar).
• Trek het ventilatierooster voor de luchtintrede van
de behuizing.
• Plaats de filtermat zoals in afb. 24 is weergegeven
in het ventilatierooster en druk dit weer op de be-
huizing.
Afb. 24:
Filtermat inbouwen

4.7.2 Montage koelaggregaat voltooien

• Sluit de connector op de achterzijde van het
display aan.
• Plaats het ventilatierooster aan de voorzijde op het
aggregaat en druk het vast, tot u een klik hoort.
Afb. 25:
Display aansluiten en ventilatierooster plaatsen
Montage-, installatie- en bedieningshandleiding RITTAL koelaggregaat

5 Inbedrijfstelling

4.7.3 Filtermatbewaking instellen
(alleen bij comfortcontroller)
Functie van de filtermatbewaking:
De mate van verontreiniging van de filtermat wordt
automatisch bepaald door een temperatuurverschil-
meting in het externe circuit van het koelaggregaat
(zie „6.2.5 Overzicht programmering", pagina 25).
Bij toenemende verontreiniging van de filtermat stijgt
het temperatuurverschil. De gewenste waarde van
het temperatuurverschil in het externe circuit wordt
automatisch aan de betreffende arbeidspunten in de
karakteristieken aangepast. Hierdoor hoeft de ge-
wenste waarde bij verschillende arbeidspunten van
het aggregaat niet te worden nageregeld.
5
Inbedrijfstelling
Let op! Gevaar voor beschadiging!
De olie moet in de compressor worden
verzameld om een goede smering en
koeling te waarborgen.
U mag het koelaggregaat op zijn vroegst
30 min. na de montage inschakelen.
• Schakel de stroomtoevoer naar het koelaggregaat
in nadat alle montage- en installatiewerkzaam-
heden zijn afgerond.
Het koelaggregaat treedt in werking:
– met basiscontroller: de groene bedrijfs-LED
(„line") licht op.
– met comfortcontroller: eerst verschijnt gedurende
ca. 2 sec. de softwareversie van de controller,
daarna verschijnt de interne behuizingstempera-
tuur op het 7-segment display.
Nu kunt u uw individuele instellingen op het aggre-
gaat aangeven, bijv. insteltemperatuur of (alleen bij
comfortcontroller) toewijzing van de netwerkcode
etc. (zie hoofdstuk „Bediening").
NL
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave