GEBRUIKS- EN ONDERHOUDSHANDLEIDING
Fasen van de stabilisatie
5. Na een succesvolle stabilisatie gaat controlelampje 19 branden en wordt
6. Als de procedure niet slaagt, gaat controlelampje 20 branden en moet u de
Voordat u het opheffen van het platform start, moet u controleren of de
Voor de stabiliteit van de machine is het essentieel dat de platen op een horizontaal
oppervlak met een goede grip rusten. Zorg er daarom voor dat de platen horizontaal
liggen om het wegglijden van de machine te vermijden.
1. Pak bedieningshendel 6 beet.
2. Druk gelijktijdig op knop 7 "Dodemansknop" en drukknop 14 voor het
laten zakken van de stabilisatoren en houd ze ingedrukt tot het
einde van de procedure. Tijdens het laten zakken van de
stabilisatoren knippert controlelampje 19.
3. Wanneer alle vier cilinders in aanraking zijn gekomen met het
draagvlak, begint de automatische procedure voor de stabilisatie
die de stabilisatiecilinders verder en op gedifferentieerde wijze
verhoogt en de wagen waterpas stelt (met een marge van ± 0,2°).
4. Tijdens de stabilisatiemanoeuvre zijn alle andere bedieningen
uitgeschakeld.
tegelijkertijd het commando voor het opheffen en laten zakken van het platform
gereset.
stabilisatoren weer opheffen.
stabilisatiecilinders goed stevig op de grond staan.
68
IM 14220 E - IM 17220 E